MONIKA SIE DHIAN HO

[Dit stuk verscheen oorspronkelijk in juni 2007 op Hoeboei onder mijn pseudoniem Leo Sar (anagram van “Rasoel” = Arabisch voor “boodschapper”), maar ik kan het daar niet meer vinden.]

Beste Monika ,

Van je ouders heb je meegekregen, zeg je tegen de Volkskrant (zaterdag 26 mei 2007), dat een mens pas respect verdient na het bereiken van maatschappelijke status. Ik (61) ben opgevoed door mijn grootmoeder en die leerde me het tegenovergestelde: “Schuim komt altijd bovendrijven”. Voor beide visies is iets te zeggen en van zowel terecht als zeer onterecht “de top” bereiken zijn vele voorbeelden  te geven.

Overigens is, naar mijn persoonlijke mening, het woord “respect” net zo verdacht en onbruikbaar geworden als “racisme”. En om dezelfde reden: het is te vaak geperverteerd door kwasten en nitwits. Respect is een favoriet woord van de mafia, van Alexander Pechtold,  van dictators met bloed aan hun handen, van agressieve hangjongeren en vooral van quasi-intellectuelen die exotische culturen, al herbergen ze nog zoveel Nazi-ideologie, mooi vinden puur omdat ze exotisch zijn en tegen “Amerika”.

Ik hoop niet dat je als enige zult overblijven die “respect” nog associeert met gewetensvol studeren, ijverig werken, levenservaring opdoen en respect betonen voor wie het verdient.

Wie in de partij heb je trouwens op het oog als je het hebt over “gescout op ambitie, vrouw zijn en jonge uitstraling”?

Je bent onderzoeker geweest bij de WRR, tien jaar lang, vertel je. Vooral veel statistiek, vermoed ik. Voor mezelf ben ik meer van de bevlogen essayistiek. Ik heb meteen nagekeken of je naam verbonden is aan het dwaze en gevaarlijke WRR-rapport “Dynamiek in Islamitisch Activisme”. Dat was gelukkig niet zo, want dan was deze brief meteen overbodig geworden. Er zijn grenzen aan datgene waarmee ik nog in dialoog treed. Heb jij trouwens een idee waarom de laatste tijd, vooral op het gebied van religie, de WRR zo’n onzin produceert? Is dat vanwege die statistiek-specialisatie,  die weinig inspirerend werkt op minder cijfermatig terrein? Misschien ook nog een bijkomend gebrek aan morele oordeelskracht bij veel stafleden? Gebrek aan besef dat die cijferreeksjes geen alternatief bieden voor moraal en intellect?  Want dat  recente WRR-rapport over religie in het algemeen – hoe heet dát ook alweer? – dat is toch óók zo grondig afgebrand door de meeste commentatoren?

Ik ben voorts benieuwd naar de strekking van je proefschrift “Kopgroepvorming in Europa”. Vergis ik me, of straalt er optimisme van die titel af? Europa heeft richting! Kopgroepen gaan wellicht te hard de goeie kant op, maar het peloton zal volgen. Heb je veel cijfertjes gebruikt? Voor de geleerdheid en de broodnodige zekerheid?

En nu ben je dus directeur van de Wiardi Beckmanstichting. “Permanente kwaliteit en onafhankelijkheid”, lees ik. En: “Koersvastheid van mijn voorganger Paul Kalma”. Gek toch dat ik daar als PvdA-watcher zo weinig van gemerkt heb. Ik persoonlijk heb de PvdA leren kennen als beheerst door angst, conformisme en  obscurantisme.

Ik zal drie voorbeelden geven.

Markha Valenta

Toen ik begin 2006 uiteindelijk dan maar eens lid ben geworden van de PvdA, schrok ik me kapot van het eerste het beste stuk dat ik las op de website van de Wiardi Beckman-stichting.  Zou dat nou toeval zijn? Het stuk was van een zekere Markha Valenta, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Haar artikel, in het Engels geschreven, ging over nikaab en boerka. Valenta’s stelling was dat degenen die zich verzetten tegen nikaab en boerka lijden aan bekrompenheid, intolerantie en rechts-radicalisme. Boerka-haters, zegt Valenta verder, schofferen de vrijheid van godsdienst, van geweten en van meningsuiting.

Het zijn, meent zij, elitaire witte mannen, een kliek van libertijnen die nog steeds aan de macht is in Nederland en die tot hun spijt de decadente sfeer van de jaren zestig verloren ziet gaan. Deze bekrompen-libertijnse boerka-haters hebben volgens Valenta een verbond gesloten met het gepeupel in de oude wijken. Die coalitie is nu bezig de moslimcultuur te onderdrukken. En ze doen dat, zegt Valenta,  in een “heavy handed approach”.  Je voelt in deze woorden van Valenta hoe de handen van de benepen witte macho-libertijn en de achterstandswijkproleet zwaar op het vrije boerka-hoofd neerkomen.

Valenta ziet overigens bij hen nog een ander smerig motief, behalve behoud van decadentie en achterstandswijkenlaagvoorhoofdigheid. De islam, zegt Valenta  is gewoon een zondenbok, de externe vijand die nu eenmaal gevonden moet worden om de eigen groepssamenhang te verstevigen. Ze formuleert het zo:  “de Nederlandse kritiek op de islam (…) is een van de middelen tot nationale eenheid geworden”.

Samengevat: hedonistisch-repressieve, libertijns-nationalistische witte mannetjes aan het hoofd van het plebs in de achterstandswijken, opmarcherend om de vrije boerka-vrouw van haar ingetogen geluk te beroven.

Krankzinnig en pervers, zo’n standpunt, dat niettemin in het debat naar voren gebracht mag worden.  Maar in een sociaal-democratische beweging die dit publiceert op de eigen website, moeten een aantal leidende figuren de weg helemaal kwijt zijn.

Inmiddels weten we dat noch dit stuk van Valenta, noch de uitspraak van PvdA-kamerlid Jeroen Dijsselbloem dat verzet tegen de boerka “in de kern onverdraagzaamheid tegenover andersgelovigen” zou betekenen (Trouw, 22 december 2005) een vergissing waren. Want “powerhouse” (vleiende term van Wouter Bos) Ella Vogelaar heeft als ex-communiste inmiddels bewezen dat zij religieus is gebleven door aan te geven dat de boerka in de openbare ruimte moet kunnen. Vind jij. Monika, die  liefdes-affaire tussen quasi-links en het meest harde, smerige, hypokriete sexisme ook zo boeiend?

Job Cohen

Tweede voorbeeld ter adstructie van mijn indruk dat de PvdA wordt beheerst door angst, conformisme, obscurantisme en intellectuele anorexia. Job Cohen is, zoals je weet, een academische gevormde ex-minister. Als burgemeester van Amsterdam publiceerde hij desondanks over de multiculturele samenleving een artikel dat een intellectuele karikatuur is. Bij-elkaar-houden verwerd hier tot een openlijke uitbarsting van krankzinnigheid.

Het walgelijke artikel stond in “Socialisme & Democratie”. Ik baseer me op de versie die stond afgedrukt op de opinie-pagina van Trouw. Verschijningsdatum: 12 september 2006, dus een dag nadat we herdacht hadden hoe “religie” weer eens een bloedbad had aangericht. En het was een pleidooi om meer islam de Westerse wereld binnen te halen.

Cohen:  “(…) als religie in de samenleving van de 21ste eeuw een politieke factor is, dan moet de sociaal-democratie een relatie met de religie aangaan.”

Met wat voor religie? De islam natuurlijk, maar vermoedelijk wil  Cohen ook een “relatie” aangaan met het soort christendom dat we in Nederland steeds meer zien, aanschurkend tegen de islam en dezelfde methodes overnemend, namelijk verhuld intimideren: “jullie moeten ons niet kwetsen want anders worden wij nog radicaler”.

Cohen’s analyse van de “relatie” tussen sociaal-democratie en “religie” is plat simplistisch. Aan de ene kant zet hij: eigenbelang,  pragmatisme, alcohol- en drugsgebruik, echtscheiding, pornografie, eenzijdig economisch denken annex de commercialisering van het bestaan. Deze uitstalling van kwalijke abstracta vat Cohen samen als: ons collectieve lijden aan een “moreel tekort”. Wij willen, zegt hij,  “de existentiële leegte van de seculiere samenleving ontstijgen”. En daar gaat dus de islam ons bij helpen. Niet de “Universele Verklaring van de Rechten van de Mens” om maar eens een dwarsstraat te noemen uit de Joods-Christelijke (jazeker!) en Humanistische traditie die de lichte zijde van de Verlichting in onze cultuur representeert.

“Er is weinig discussie in onze partij” zegt Cohen, ”welke betekenis aan belangrijke begrippen als solidariteit, gelijkheid, gerechtigheid, naastenliefde en verantwoordelijkheid in deze postmoderne tijd gegeven moet worden.” En dat wordt beter als de islam onze inspiratiebron is?

En dan zo’n cliché: “in deze postmoderne tijd”. Wat zal ik daar, als menselijke humanist, eens op antwoorden? In de eerste plaats dat “post-modern” in ons hedendagelijks leven nu juist vooral betekent: cultuur-relativistische multiklets zoals Cohen die debiteert. Dus als Cohen lijdt aan de leegte van het postmodernisme, moet hij in de eerste plaats ophouden met het propageren van de meest triviale vormen ervan, te weten genoemde multiklets waarin tenslotte, omdat het verhaal van de blanke koloniale overheerser toch ook maar één van de verhalen is, de koppen-snellers-cultuur óók “respect” gaat verdienen. En de islamitische, natuurlijk. Dit stuk was niet het voorzichtige pleidooi van een burgervader, dit was een ideologisch verhaal van iemand in geestelijke nood die persóónlijk redding zoekt in “religie”.

In de tweede plaats is het inhoudelijke onzin wat Cohen zegt, want “solidariteit, gelijkheid, gerechtigheid, naastenliefde en verantwoordelijkheid” werden met name in het verkiezings-programma van de PvdA tot in detail uitgewerkt op allerlei praktische terreinen. Daar zijn blijkbaar mensen aan het werk geweest die uitstekend weten om te gaan met het goede uit de erfenis van de Verlichting en daarvoor geen bebaarde praatjesmakers in jurken voor nodig hebben.

Zonder “religie” hoeven wij helemaal niet te lijden aan de existentële leegte die Cohen voelt en ziet. Ik kan heel veel met “anti-wreedheid”(Richard Rorty) , anti-genocide (Handvest VN), “humanisme van het slechte nieuws” annex “humanitaire interventie” (André Glucksmann, Bernard Kouchner). Zonder “religie” heb ik genoeg moreel kompas aan onze eigen Nederlandse manifesten waarin wij begin 17e eeuw afscheid namen van het bloeddorstige brandstapel-katholicisme uit Spanje. Gedachten uit die manifesten kwamen terecht in de Poolse grondwet, in de Amerikaanse Declaration of Independence, Constitution en Bill of Rights. Alle verdere internationale documenten rond mensenrechten komen uit die traditie, van het Atlantic Charter tot de Universele Verklaring van de rechten van de Mens en het Handvest van de Verenigde Naties.  Deze documenten en begrippen zijn oneindig superieur aan bijbelwartaal en korangezwets, dat  “archaïsch koeterwaals, waaraan zich in anderhalf millennium het aangroeisel van ontelbare interpretaties heeft gehecht” (Abram de Swaan) “Existentiële leegte van de seculiere samenleving” (Cohen) . . . .  Waar dan? Ik niet.

En dan is er nog de Verlichtings-traditie van de expliciete religie-kritiek, in zijn scherpste vorm die van het “écrasez l’infâme!”. In dat  licht is de sociaal-democratie er altijd op uit geweest om de werkelijke noden van mensen op aardse wijze te lenigen, hun waarachtige behoeften reëel te vervullen. En de ayatolla’s, ammahoela’s en verdere dejellaba’s van hun gezag te ontdoen. Maar wat doet deze burgervader van de sociaal-democratie? Hij zet de deur van de opiumkit open. Want was godsdienst niet de opium van het volk? Of vind je, Monika, dat te populistisch dan wel te one-linerig geformuleerd? Dan zal ik het anders zeggen. Godsdienst is het misleidende, onderdrukkende  antwoord op echte vragen, is het surrogaat van de vervulling van echte behoeften, is de fopspeen als antwoord op echte honger, is de fata morgana in de woestijn. Wat geeft de in weelde badende en in het rond neukende sjeik aan het volk? De islam! Dat wil zeggen vrouwenhaat, jodenhaat en het paradijs met 72 maagden na de dood. Voor de maagden zelf zijn er dadels. En die ene islamitische hufter die ze moeten delen natuurlijk. Godsdienst is een virus, een ziekte. Godsdienst is waanzin. En gekte, inderdaad, hoort bij de mens. Irrationaliteit is iets waar de werkelijk Verlichte rekening mee houdt. Maar waanzin subsidiëren, via moskee en bijzondere school, en er zelfs de redding van de beschaving in zien, is nog even iets anders.

Cohen wil niet alleen nóg meer begrip voor deze waanzin, dan wel het narcisme van de individuele gelovige, nee, er moet gewerkt worden aan de institutionalisering van het geloof, met status-mannetjes, woordvoerders die salarissen opstrijken en hun kuddes beletten individuen te worden die zelf in staat zijn morele afwegingen te maken en derhalve de kudde zouden kunnen verlaten. De overheid moet religieuze burgers “bescherming bieden als dat nodig” is, vindt Cohen. Begin dan maar met de Amsterdamse Joden, zou ik zeggen en blijf dus vooral kritisch op de islam. Maar Cohen is er juist voorstander van  dat “religie” zich kan “ontplooien in het publieke domein”. Hier zal niet in de eerste plaats bedoeld zijn meer politie op straat in wijken waar Joden hun keppeltjes nog nauwelijks durven opzetten. Dat zal in de praktijk wel neer komen op het subsidiëren van moskeeën en bijzonder islamitisch onderwijs. Nou, dan kan Cohen zijn “opvoeding waarin respect voor (…) pluraliteit wordt bijgebracht” wel op zijn buik schrijven. Segregatie begint met bijzonder onderwijs.

Van een sociaal-democratische beweging waarin een leidende figuur dit dermate onweersproken kan publiceren, is  de quasi-elite de weg helemaal kwijt.

Nu het derde voorbeeld om mijn stelling te adstrueren dat de PvdA beheerst wordt door angst, conformisme en  obscurantisme.

Bos, boerka, Verhagen

Op 18 juni 2006 zat Wouter Bos met Maxime Verhagen in ”Buitenhof”. Het debat ging over alweer die boerka en nikaab. Er lag een deken van hypokrisie over het hele gesprek. Toen  voelde ik voor het eerst dat totalitaire hypokrisie ook in Nederland onderhuids een mogelijkheid aan het worden is.

Bos had Verhagen beschuldigd van “islamofobie” en ik had verwacht dat Verhagen die aanduiding lachend tot Geuzennaam zou nemen. Want wat kan je tegenwoordig verstandiger en fatsoenlijker zijn dan islamofoob? Maar tot mijn verbazing nam Verhagen de beschuldiging serieus en voelde hij zich gedrongen die te ontkennen. Het dieptepunt in het debat was toen Verhagen zei, dat hij niet tegen de boerka had gestemd als uiting van religie, maar, en ik citeer, omdat “het er bij de boerka om ging dat de trambestuurder die hier in Amsterdam iemand een kaartje vraagt, iemand in de ogen moet kunnen kijken.” Een man op de publieke tribune barstte in hoongelach uit (Buitenhofpubliek!), maar de verstikkende sfeer die over het debat lag werd niet verbroken.

Neen, Verhagen had de boerka niet aangevallen als uiting van religie. Stel je voor, zeg! Als iets “religie” is dan horen we allemaal meteen in katzwijm van eerbied te vallen. Moeten we het brandstapelkatholicisme van Filips II  uit de 16e eeuw , het “Leger van de Heer” uit Congo of het halsafsnijders-islamisme dan ook maar mooi gaan vinden? Fascisme en communisme, Hitlerisme en Pol Pot-isme, al die bevlogen massamoordsystemen, waarin die de donkere kant van de Verlichting zich manifesteert, hebben trouwens ook alle kenmerken van “religie”. Ook maar heilig verklaren dan? Ik zou graag willen dat die aanstootgevende vanzelfsprekendheid verdwijnt, waarmee men alles wat als “religie” geafficheerd wordt, met fluwelen handschoenen aanpakt.

Wouter Bos ziet de islam erg graag met “respect” behandeld. Ik niet. Als respect al gebruikt moet worden , dan zeker niet “respect4all”.  Dan in elk geval “respect for some”, namelijk respect voor hen die het zelf geven.  Onder dezulken zijn ongetwijfeld moslims. Net zoals er in de jaren van het “het reëel bestaande communisme”, hier en daar brave, maar naïeve communisten rondliepen, zullen er nu ook van die moslims zijn. Maar de“reëel bestaande islam” zelf blijft, net als het communisme, een moorddadig, onderdrukkend en achterlijk systeem. In de woorden van Ibn Warraq, die niet voor niks een pseudoniem hanteert: “Er zijn gematigde moslims, maar de islam is niet gematigd.”

Ayaan Hirsi Ali ontgoocheld weg bij de PvdA

Jij, Monika, ziet vooral de “permanente kwaliteit” van de WBS. Mij staat vooral bij dat Ayaan Hirsi Ali zich ontgoocheld afwendde van  WBS en PvdA. Ik kan zonder overdrijving zeggen dat ik Ayaan vanaf haar allerprilste publieke uitingen in de gaten heb gehouden. Ik had zelf gedurende de jaren 1990 in Letter & Geest van Trouw een paar keer een opstel gepubliceerd over de multicul en gemerkt hoe pervers op dat gebied gedacht en geschreven werd, hoe op dat terrein conformisme, collaboratie, obscurantisme en gebrek aan morele moed de toon aangaven. Quasi-linkse zelfmanifestanten, niet zozeer bezig met de werkelijkheid, maar vooral met zichzelf te profileren als goed mens, beheersten het terrein. Ayaan was een volwassen denkende verademing en een bondgenoot. In de loop der jaren is ze mijn toetssteen geworden: als mensen zeuren over Ayaan, heb ik geleerd, dan kan ik ze blind in het kamp zetten van de mensen die ik wil bevechten. Het zijn de mensen die door Jespersen en Pittelkow “Islamisten & Naïvisten”) terecht worden gedefinieerd als deel van het probleem, niet als deel van de oplossing. Het is wat ik noem: de Geert Mak-kliek.

Op grond van wat jij, geachte Monika, in dit Volkskrant-interview over Ayaan zegt, zou ik je normaal gesproken meteen als deel van het probleem hebben gedefinieerd, al geef je toe dat de “culturele factoren” door Ayaan “zeer terecht geagendeerd” zijn.

Normaal gesproken,.Maar in dit geval moet ik een paar dingen in aanmerking nemen. Bijvoorbeeld dat jij in zo’n interview omzichtig moet manoeuvreren en rekening moet houden met gevoeligheden van allerlei baasjes. Niet dat ik dat zou doen, maar daarom ben jij op je 40ste dan ook directeur en ik niet. Voorts zie ik in dat de “War for Muslim Minds” (Gilles Kepel) voor wat Nederland betreft vooral in de PvdA zal worden uitgevochten. Ik wil aan die strijd deelnemen, want ik heb op mijn gezegende leeftijd nog een dochter van elf (mijn eerste en enige) die niet onder de Sharia gaat leven als ik er iets aan kan doen. Dus vind ik het belangrijk mijn tekst te deponeren op een plek die er in de PvdA toe doet: op jouw bureau.

Twee redeneer-fouten

Je zegt:

“Toch is de methode Ayaan als maatschappijmodel niet de juiste. Ik begrijp dat Hirsi Ali vanuit haar achtergrond bepaalde ongelijkheid wil agenderen. Maar als methode voor integratie moet je uitgaan van de verbindingen tussen beschavingen. Ik ben geïntegreerd in de Nederlandse samenleving, maar dus niet geassimileerd.”

Om te beginnen: je maakt je hier schuldig aan een foute vorm van redeneren en wel op twee niveaux:

Je doet ten eerste net alsof je een bepaalde persoonlijke ervaring moet hebben om het islamofascisme te mogen aanvallen.

Ten tweede suggereer je dat diezelfde persoonlijke ervaring (frustratie) als argument tegen Ayaan’s  stellingnames ingebracht zou kunnen worden. Dat is niet zo. Stel, Ayaan is hartstikke gek annex zwaar getraumatiseerd en ze zegt “twee keer twee is vier”, dan kan haar gekte en trauma niet gebruikt worden tegen de validiteit van die uitspraak. Overigens denk ik dat de manier waarop Ayaan zeer zware ervaringen vitaal en rationeel heeft verwerkt, getuigt van uitzonderlijke geestkracht. Ik zou het dus willen omdraaien: mijn neiging zou zijn aan Ayaan’s opvattingen meer gezag toe te kennen dan aan die van ruggegraatloze windvanen en verwende, in de roomboter gebakken, door gebrek aan gewicht omhooggevallen  kletsmeiers.

Ik bestrijd ook dat de “methode Ayaan” onjuist is. Het is de enige methode. De Turkse knaap die ik hieronder zal opvoeren heeft zelfs nog veel hardere methoden nodig dan die van Ayaan. En hij is de enige allochtone medehumanist niet.

Bruggen bouwen ten koste van alles?

En waarom wil jij per se uitgaan van “verbindingen tussen beschavingen”? Je kunt wel oorlog willen voorkomen, dat wil ik ook, maar niet ten koste van alles. Zou jij mij eens één ding willen noemen wat de islam aan positiefs te bieden heeft wat we hier in het Westen nog niet hadden? Wil jij zomaar, zonder enige onderbouwing,  een gedocumenteerde studie van tafel vegen als die van Samuel Huntington (Clash of Civilizations), een studie die aantoont dat de islam in 1400 jaar nog nooit – integendeel! – vreedzaam heeft kunnen samenleven, of zelfs maar vreedzaam heeft kunnen grénzen aan andere culturen?

En ben je met die uitspraak dat je “geïntegreerd” bent in de Nederlandse samenleving, maar “niet geassimileerd”, ja zelfs “erg onaangepast” niet wel héél erg koket bezig? Niet alleen een Calvinistisch-Confucianistische  ethiek, ook nog  succesvol geïntegreerd én ook nog erg onaangepast. Het klinkt allemaal wel érg rijk, beste Monika, mevrouw de rebelse directrice! Geslaagd en toch opstandig gebleven. Gut wat romantisch. Maar je hebt wel wat weinig revolutionaire tekst.

Je laat optekenen, beste Monika:

“Maar je vervreemdt grote groepen gematigde moslims wanneer je zegt dat Mohammed pervers is. Je kunt het ook op een andere manier benaderen. Terwijl veelwijverij gangbaar was, in zijn tijd, veertienhonderd jaar geleden, zei Mohammed: vier vrouwen is genoeg. Dat was toen een begin van emancipatie. We moeten dus op zoek gaan naar de moderne trends in de islam, in de koran. Als je de profeet hebt beledigd, voelen moslims zich zodanig respectloos behandeld in hun religie, dat je aan integratie nooit meer toekomt.”

Je kunt ook zeggen: Djenghiz Khan en Mohammed waren een hele verbetering vergeleken bij de dinosauriërs. Zo lust ik er nog wel een paar. Bovendien is de vraag of met name de machtige mannen ook na Mohammed genoegen namen met vier mooie wijfjes. Lijkt me niet. De Profeet zelf had negen vrouwen in totaal, inclusief de negenjarige Aisja en losse contacten waarvan we niet weten. Je kunt dat vanalles noemen, maar om nou per se te kiezen voor “een begin van emancipatie”. Ik merk dat ik daar wat giechelig van word. Plaatsvervangende schaamte, denk ik. Want jij voelt hem blijkbaar niet.

De Profeet van de islam was een gewone (oorlogs-) misdadiger

Eens ben ik het met je dat we moeten zoeken naar moderne trends in de islam, maar als dat moet zonder de profeet te beledigen dan wordt het moeilijk. De profeet propageerde namelijk het met geweld, list en bedrog onderwerpen van de “ongelovigen”. Hij zag persoonlijk bijvoorbeeld toe op het halsafsnijden van achthonderd Joden, die hij eigenlijk vrijgeleide had beloofd. De mannen die tegenwoordig Allah Akhbar roepen op video’s terwijl ze een vrij willekeurig menselijk wezen de strot afsnijden nemen Mohammed expliciet tot voorbeeld. Ik kan je een website geven waarop 164 ronduit foute passages in de Koran staan opgesomd. Dus “profeet beledigd”, “respectloos behandeld” . . . . .eh . . . .  tsja . . . . .eh . . . .nou . . . .eh . . . .  . . .  Enfin. Er valt over de profeet nog meer te vertellen, maar dit volstaat.

Hoe wil je toch in Godsvredesnaam op de moorddadige sfeer van deze profeet datgene betrekken wat je laat optekenen over jezelf, namelijk dat je uit een gemengd Confucianistisch-Calvinistisch nest komt?  Je ouders hadden elkaar gevonden, zeg je,  in “hoge morele standaarden”. Zou je eens kunnen aangeven waar hier het bruggetje ligt naar de reëel bestaande en al 1400 jaar bestaande hebbende islam? “Bij hen is de verbinding van beschavingen het uitgangspunt geweest”, zeg je over je ouders.Twee mensen verbinden Confucius en Calvijn op gelukkige wijze in een  liefdesrelatie en dat moet dan als bewijs dienen dat de clash tussen islam en het Westen, dus tussen barbarij en beschaving, in diezelfde harmonie kan worden opgelost?

Je hebt, zeg je,  twee “kompasprojecten” geagendeerd voor de PvdA. Het ene op sociaal-economisch, het andere op cultureel gebied. Nou is mijn gok dat die sociaal-economische discussie, inclusief “Europa”, globalisering”, “milieu”  en wat al niet zonder grote botsingen  zal gaan verlopen.  Maar voor dat culturele project zie ik twee mogelijkheden: je houdt deze insteek vol en dan blijven we hangen in het multiculgezwets dat we al zoveel gehoord hebben. Of je gaat het debat echt aan, dus inclusief een totaal gebrek aan respect voor wat achterlijk en onderdrukkend, dan wel ronduit Schutz-Abteilungs-achtig en misdadig is.

Verwende jonge islam-socialisten

Zeer pas geleden, zondagmorgen 27 mei 2007,  zat ik te luisteren naar een openings-speech op het congres van de Jonge Socialisten. Met mijn 61 jaar, nota bene.  De wat oudere spreker, de filmmaker Eddy Terstall, verdedigde het recht van de 22-jarige, van oorsprong Perzische Ehsan Jami om een club op te richten van uit hun geloof getreden moslims die zich bedreigd voelen. Na de speech was er gelegenheid voor vragen stellen. Een jonge Turk stond op en vroeg: “Waar heb dat nou voor nodig, steeds weer al die kritiek op de islam?” Zijn attitude getuigde van het bekende eergevoel, de toon was verongelijkt. Ik vond hem verder best wel multicultureel omdat hij een soort lamlendige agressie in zijn slepende toon wist te leggen, die hij van een bepaald soort Surinamers afgekeken moet hebben. Deze atletisch, vitaal en verwend ogende jongen van een kilo of tachtig vond zichzelf een slachtoffer. Wat-ie allemaal niet over zich heen kreeg sinds nine-eleven! En hij moest maar steeds antwoord hebben. Als dat niet ophield dan ging-ie nog eens terug naar Turkije. Uit niets bleek dat-ie zelf enige kritiek had op de islam.Geheel voorbijgaand aan het reële probleem — uittredende moslims worden bedreigd – -gaf hij voorrang aan zijn gekwetste narcisme. Je vraagt je op zo’n moment af: is-ie nou zo dom of staat-ie bewust te treiteren en te provoceren?  Hij doet net of-ie gek is, nog nooit van rare dingen heeft gehoord die moslims doen, aldus  jou in een positie plaatsend waarin jij moet gaan uitleggen dat er inderdaad iets aan te merken valt op de islam. En dan geld jij vervolgens als de mindunker. Althans in een gezelschap als dat van de Jonge Socialisten, waar de morele oordeelskracht nog moet rijpen.

Als antwoord  kan je zo’n knaap natuurlijk niet meteen “De Kracht van de Rede” van Oriana Fallaci ter hand stellen of de historische bronnenstudie “The Legacy of Jihad” van Anrew G. Bostom,  die hetzelfde verhaal vertelt als Fallaci, maar dan met voetnoten. Want dan moet-ie dat ook eerst gaan lezen voor je verder kan praten. Bovendien: als iemand in dit tijdsgewricht blijkbaar zijn eerste kritische tekst over de islam nog tot zich moet nemen — of in elk geval zo doet — dan helpt er waarschijnlijk geen enkele hoeveelheid literatuur aan.

Ik had misschien, daar bij de Jonge Socialisten, een landkaart bij me moeten hebben, waarop ik, beginnend in Marokko en eindigend in Indonesië, aan zo’n jongen had kunnen aanwijzen waar “de reëel bestaande en bestaan hebbende islam”, zich bevindt om hem vervolgens de vraag te stellen: “Leg je vinger  eens op een plek binnen die reëel bestaande islam, waar ooit in de geschiedenis een maatschappij is geschapen met een minimum aan fatsoen en mensenrechten?”

Neen, beste Monika, de “methode Ayaan” was bij deze jongen minimaal nodig.

Ik ben óók jong geweest!

Zelf ben ik katholiek. Qua geloofsopvatting bevind ik mij in het midden van een driehoek, waarvan de punten worden gevormd door Gerard Reve, de Katharen en Carnaval. Christelijk ben ik iets oprechter gebleven: ik ben altijd wat blijven zien in Jezus, een heel ander type dan de profeet Mohammed. Ik koester ook de gedachte aan de oorspronkelijk christelijke kerk van andere-wang-toekeerders, een onderdrukte minderheid in het Romeinse Rijk. Terugkeer naar die beginselen van Liefde heeft immers geleid, bijvoorbeeld, tot afschaffing van de slavernij. Zoek daarvoor maar eens handvaten in de theologische tradities van de islam.

Maar anderzijds had ik op de leeftijd van de gemiddelde Jonge Socialist toch ook al ruim afstand had genomen van het historische instituut Katholieke Kerk. De vervolging en het uitmoording van de Katharen, De Bloedraad van Filips II, de heksenvervolgingen, het anti-semitisme van de officiële kerk, you name it: ik had het rond mijn 25ste zo ongeveer wel onder ogen gezien en er afstand van genomen. Dus voor moslims zoals deze Turkse knaap, die het zo erg vinden dat zij wel eens aangesproken worden op wat de islam wereldwijd zoal aanricht,  heb ik een advies. neem er afstand van, in plaats van voortdurend hypokriet te zeuren over “waar-heb-dat-nou-voor-nodig-die-kritiek-op-de-islam?”.

De PvdA heeft het autochtone proletariaat in de steek gelaten

De PvdA, beste Monika, zou eens met een realistische blik moeten gaan kijken naar de islam en anderzijds de blik weer eens moeten richten op een vergeten deel van het proletariaat, de mensen die indertijd naar Fortuyn gevlucht zijn. Dat waren en zijn lang niet allemaal leden van “de getatoueerde klasse”.

De quasi-linkse kant van de politiek heeft, met haar onvolwassen gedram over “racisme” haar eigen autochtone mensen in de steek gelaten. Plus, niet te vergeten, diegenen onder de allochtonen die niet Hafid Bouazza heten,  Fouad Iaroui of Nahed Selim, dus niet in de omstandigheden verkeren dat ze zich op eigen kracht aan de verstikkende sociale druk kunnen bevrijden, die stamdenken en islam samen opleveren.

Stel, je was de afgelopen drie decennia een autochtone Nederlander, verbaal niet zo sterk en je had al die tijd, waarschijnlijk met een minimum-inkomen, in een achterstandswijk gewoond. Dan kon je je niet uiten. Als het je toch lukte je pijn coherent onder woorden te brengen werd je niet gehoord. En als “ze” je per ongeluk wel hoorden werd je als “racist” weggezet. Want de nep-linkse elite profileerde zich maar wat graag ten koste van gewone mensen. Veel quasi-linkse academische kwasten denken trouwens nog steeds als volgt: de heffe des volks drukt de mislukking van hun leven nu eenmaal uit in verslaving aan alcohol, drugs en  tv-pulp, aan de RIAGG, voetbalvandalisme, Pim Fortuyn en vreemdelingen-haat. Al naar gelang, nietwaar? Behalve als de betreffende heffe des volks uit een exotisch land komt. Dan moet overal begrip voor opgebracht worden. Door wie vooral in de dagelijkse praktijk? Juist! Opnieuw vooral weer, uitsluitend eigenlijk, door die in Allochtonië wonende autochtone proleten. De veel genoemde veenbrand aldaar woedt overigens nog steeds.

Een buurvrouw, mieren, Turkjes en Joden

Vijf-en-twintig jaar geleden, kwam mijn buurvrouw, een gewone Nederlandse arbeidersvrouw, die altijd erg hulpvaardig was ten opzichte van de Nieuwe Amsterdammer, ontdaan bij me en vertelde over de kleine Turkjes op de stoep die een mieren-nest met benzine hadden overgoten en aangestoken. “Dat zijn de Joden, die mieren”, hadden ze gezegd. Laatst kwam ik haar weer eens tegen. Haar man was inmiddels overleden. Die kwam ‘s avonds toch ook altijd thuis met een smerige overall, zei ze, en ze hadden het niet breed. Wat haar achteraf het meeste stak was dat allochtone kinderen indertijd de outfit en de contributie voor de voetbalclub van de kinderen van de gemeente Amsterdam kregen.  Zij zelf, met haar twee zoontjes, die ook op voetballen zaten,  kreeg niks. En nu? Nu  zag ze haar wijk overspoeld met  hoofddoeken en “jongens” die haar schofferen dan wel beroven als ze de kans krijgen. Om het eens in Rawlsiaanse termen te zeggen, maar wel ietsje harder dan de PvdA-huisfilosoof John Rawls gedaan zou hebben: dit zijn de mensen, in de steek gelaten door quasi-links, die, toen ze zich langzamerhand begonnen te beklagen over de kwaliteit en de kwantiteit van de immigratie, het verwijt van “racisme” kregen van ten onrechte vet-betaalde en dik-wonende quasi-elites, die ook nog het geluk hadden te dom te zijn om te begrijpen dat hun maatschappelijke status en geweldige ik-gevoel op comfortabel zelfbedrog berustten.

Dat comfortabele zelfbedrog is levensgevaarlijk: het leidt ertoe dat degenen die zich met een boek vol wrede sprookjes en een massamoordenaar als geestelijk leider willen blijven identificeren, ontzien moeten worden. Mijn vraag: kan deze vervloekte travestie, deze diepe waanzin, een keer ophouden?

Weet je wat het allerergste is, Monika? Dat ik, als deze tekst niet onder pseudoniem gepubliceerd zou worden, ik aan de bewaking zou moeten. Hebben dan zo weinig mensen een idee wat er van Nederland, van Europa aan het worden is?

___________________________

Het stuk blijft op Hoeboei onvindbaar, maar het oorspronkelijkst is dit opstel verschenen als comment onder een stuk op Weblog “De Zwijger Spreekt”  op 31 mei 2007. Het was volgens mij m’n eerste “stuk” op het internet.