Soms vind je een stuk achter een betaalmuur zo belangrijk dat je een boete riskeert en het tóch integraal overneemt. In Elsevier schrijft Jelte Wiersma op 26 juli onder de titel “Verdeeld Brussel: een kijkje in mogelijke toekomst Europa”.

Hier is het stuk:

De eurocraten van het machtige directoraat-generaal Concurrentie kijken vanuit hun glazen toren letterlijk neer op Aziatisch en Afrikaans Brussel.

Bange eurocraten, Jihadisten, sappelende immigranten, een niet-functionerende democratie, overal militairen en politie, en een jonge multiculturele bevolking. Het hedendaagse Brussel geeft een kijkje in de mogelijke toekomst van Europa. Niemand schrijft met zo veel liefde over Brussel als Geert van Istendael (70). Maar onder druk van zijn vrouw verhuist hij naar een dorpje in het groen bij Leuven. Zo verlaat zelfs Brussels grootste fan dit kijkje in de toekomst. Want meer dan enig andere Europese stad geeft Brussel een beeld van hoe Europa er over enkele decennia kan uitzien. Een multicultureel niemandsland zonder gevoel van eenheid en zonder functionerend democratisch debat, geleid door corrupte en cynische technocraten die zich verstoppen.

Diep gespleten Europa: volgende mislukking dreigt

Het is een zwoele zomeravond. In een modern appartement in de Brusselse gemeente Elsene, in een zijstraat van de chique Louizalaan, komen gasten bijeen voor een diner. Hij is een Italiaanse lobbyist, zij een Oostenrijkse studente die viel voor zijn brede schouders – een eerdere militaire carrière heeft zo zijn voordelen. Hoe ze dat doen, zo’n relatie op afstand? ‘Ik vlieg elke donderdag naar Salzburg,’ zegt hij. Zijn ze de weekeinden nooit in Brussel? ‘Dat is Europa niet. Als ik Arabieren en zwarten zie…. Europa is voor blanke mensen. Salzburg is nog Europa. Al verandert het daar ook. Ik zag laatst twintig Somaliërs of Ethiopiërs uit de bus stappen.’ Zeker voor Italianen en Oostenrijkers is het gebruikelijk om zo te praten. Niet in het openbaar natuurlijk, maar in de beslotenheid van een huisdiner. De Oostenrijkse blijkt ronduit geschokt over hoe Brussel eruitziet. Voor zowel Italië als Oostenrijk geldt dat ze van oudsher relatief weinig Afrikaanse en Aziatische immigranten kenden. Omdat zij amper koloniën hadden, zijn ze van oudsher niet gewend aan kleurlingen. Italië kent slechts enkele offi­ciële moskeeën.

Geen multiculturele steden

Nee, het Europa zoals zich dat in Brussel manifesteert, met in sommige gemeenten meer dan de helft immigranten, willen ze niet. Dat zeggen ook Poolse winkeliers en Hongaarse loodgieters uit de Brusselse immigrantengemeenten Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek en Schaarbeek. Die vertellen thuis over hun observaties en ervaringen in een van de meest multiculturele steden van Europa, en waarschuwen: ga niet die richting op. Voor zover hun landen dat überhaupt van plan waren. Een multicultureel niemandsland zonder gevoel van eenheid

Na het diner zwaait de gepantserde deur van € 4.000,- open. Geïnstalleerd na de aanslagen op vliegveld Zaventem en in de Europese wijk op 22 maart 2016. Een Uber- taxi rijdt voor. Lopen is geen optie: het is onveilig. En het falende Brusselse gewestbestuur en de liefst negentien gemeentebesturen slagen er maar niet in fatsoenlijke stoepen aan te leggen. Zeker met hakken zijn de dames aangewezen op taxi’s. De taxichauffeur is een Somaliër uit Gent die daar niet mag werken en daarom lange nachten maakt in Brussel. Door het pendelen tussen Gent en Brussel verliest hij een deel van zijn verdiensten. Nog meer geld gaat naar Uber in Amerika.

Daar waar Vlaanderen nog Vlaams is

Het is één van de vele paradoxen. Een veelal blanke, westerse, goed verdienende klasse in Brussel is bang en sluit zich af van de realiteit op straat, mogelijk gemaakt door de immigranten die zij vrezen. Die vrees is niet per se onterecht, zo blijkt op een nacht aan het Martelaarsplein in het centrum. Een jongeman wordt aangevallen door een groepje Marokkanen. Homo, zo luidt de aantijging. Een buurtbewoner wordt wakker van het kabaal, belt de politie en snelt met een handdoek en een fles water naar buiten. De Marokkanen, die even te voren nog op de jongeman intrapten, hebben hun lolletje gehad en vertrekken. De buurtbewoner verzorgt de gewonde jongeman die met de ambulance wordt afgevoerd. De politie komt te laat om arrestaties te verrichten. Drie maanden later kondigt de buurt­bewoner aan dat hij met zijn vrienden een huis heeft gekocht in Belgisch Limburg. Weg van deze stad, naar het groen. Daar waar Vlaanderen nog Vlaams is.

Brussel in cijfers

Brussel is met een gemiddelde leeftijd van 37,4 jaar de jongste stad van Europa. Sinds 2000 groeide de stad met 200.000 inwoners naar circa 1,2 miljoen. Negentien gemeenten vormen samen het Brussels hoofdstedelijk gewest, naast Vlaanderen en Wallonië een eigen deelstaat binnen België. 67% van de Brusselaars is immigrant, van wie de helft uit Europa. 260.000 Brusselaars zijn moslim, van wie 155.000 Marokkanen en 42.000 Turken. Er zijn 25.000 studenten, Ook zijn er zo’n 100.000 inwoners die niet zijn geregistreerd. De helft van de Brusselaars woont alleen. Bijna een kwart van de bevolking heeft niet de Belgische nationaliteit. Minder dan 40% van de Brusselaars spreekt goed Frans of Nederlands, de twee officiële talen. In vijftien jaar tijd verdrievoudigden de huizenprijzen naar gemiddeld € 365.000,-. Slechts de helft van de 18- tot 64-jarigen werkt, de werkloosheid is ruim 16%. Het gemiddelde maandinkomen is € 1.109,-

Burgeroorlog

Zijn plek wordt ingenomen door een Fransman, een homo met een enorm katholiek kruis om zijn nek. Hij heeft twee hondjes en dat mag in het appartementsgebouw eigenlijk niet. Niemand maakt bezwaar – Brusselaars bemoeien zich het liefst zo min mogelijk met elkaar. Van een esprit civic waarbij mensen elkaars gedrag corrigeren, is geen sprake. Twee derde van de Brusselse bevolking is immigrant, van wie de helft uit Europa en de andere helft voornamelijk uit Afrika en Azië. Ook de Franse lobbyist vreest een burgeroorlog in Europa.

Wat doet een Fransman in Brussel? ‘Ik heb mijn bedrijf verkocht en ben verhuisd, want in Frankrijk komt burgeroorlog,’ zegt hij zonder enige aarzeling. ‘Ik woonde al eerder in Brussel en heb hier vrienden. Het is hier veiliger dan thuis.’ Vluchtten ruim tweehonderd jaar geleden Franse royalisten naar Brussel voor de guillotine van de republikeinen, tegenwoordig komen Fransen voor de lagere huizenprijzen in vergelijking met Parijs en andere steden, en om de broeierigheid van de banlieues met immigranten te ontlopen. Zo blijkt Brussel, die onduidelijke stad op de grens van het Romaanse en Germaanse Europa, voor de één een plek om te ontvluchten en voor de andere een plek om naartoe te vluchten. Antwoorden op vragen zijn in Brussel nooit eenduidig, zo blijkt telkens.

Het beeld wordt nog diffuser tijdens een diner in de chique Brusselse gemeente Sint-Pieters-Woluwe met een Franse lobbyist. Hij heeft naast zijn appartement in Brussel een huis in Duitsland. Daar volgt hij een schietcursus sinds de massale immigratie van 2015. Ook hij is ervan overtuigd dat in Europa burgeroorlogen uitbreken, met Frankrijk en Duitsland als brandhaarden. De schietcursus is nodig voor het verkrijgen van een wapenvergunning. Er zijn wachtlijsten van meer dan twee jaar. ‘Europeanen bewapenen zich,’ weet de Fransman. De eurocraten van het machtige directoraat-generaal Concurrentie kijken vanuit hun glazen toren letterlijk neer op Aziatisch en Afrikaans Brussel

Alleen de sterken zullen overleven

Hij vertelt over de nakomelingen van Franse militairen die in Algerije vochten en in het zuiden van Frankrijk wonen, het hartland van Marine Le Pens Front National. ‘Daar worden wapendepots aangelegd door burgers voor als de oorlog uitbreekt. Er zijn nu al gebieden zoals de banlieues waar de staat zich heeft teruggetrokken. Alleen de sterken zullen overleven,’ zo is zijn overtuiging. Hij houdt bijen, heeft zonnepanelen en bezocht al een oude atoombunker op het Franse platteland. De bunker wordt omgebouwd tot ‘veilige’ appartementen met zuurstoftoevoer en een voorraad voedsel en water. Met elke nieuwe aanslag gaat de prijs omhoog. De prijs van zijn Brusselse appartement gaat juist omlaag, zo vreest hij. Nu is het daar nog een blank-Europese wereld, maar ‘de immigranten komen steeds dichterbij’.

Thuis bij een Joodse Brusselaar blijkt dat ook die zich heeft bewapend. Op elke etage van zijn huis ligt een geladen machinegeweer. Hij pakt er een op en laadt het door. Mocht een aanvaller hem in zijn slaap willen verrassen: naast zijn bed ligt een pistool. Zijn Joodse vrienden verlaten Brussel, België, Europa. De aanslag op het Joods Museum in 2014 waarbij een Franse moslim vier mensen vermoordde, was voor velen de druppel. Zijn vrienden die blijven, zijn bewapend. Naar schatting van de Belgische overheid zijn er zo’n twee miljoen illegale vuurwapens in omloop – België heeft daarmee een civiel leger.

Vesting

Niet alleen Brusselse particulieren sluiten zich af achter stalen deuren. Alle directoraten-generaal van de Europese Unie worden uitgerust met detectiepoortjes. Het gebouw van de Europese Raad, waar regeringsleiders en ministers vergaderen, is net verbouwd en uitgebreid met strenge veiligheidsvoorzieningen. Het onderkomen van het Europees Parlement is sinds 2016 een ware vesting. In het Europa van de door het Parlement bejubelde open grenzen moet het paspoort mee. Ook de Wiertzstraat aan de andere zijde van het parlementsgebouw – een openbare weg – is dit jaar afgesloten. Terwijl de multiculturele samenleving, en de vermeende verrijking die dat met zich brengt, in het Parlement worden omhelsd, sluiten dezelfde Europarlementariërs zich zo veel mogelijk af. Geconfronteerd met deze paradox wordt een medewerker van het Parlement boos. ‘Er stormden hier laatst allemaal Koerden naar binnen.’

Brussel blijft een arme stad

Van losgeslagen Koerden hebben ze in Tervuren geen last. In dit dorp aan de oostzijde van Brussel klitten de eurocraten, lobbyisten en succesvolle Vlamingen samen. Vooral Nederlanders en Britten zijn dol op het steenrijke dorp. Dagelijks rijden ze met belastingvrije dieselauto’s naar Brussel, verstoppen de wegen en mopperen over België en dan vooral Brussel. In café Den Engel, tegenover de prachtige katholieke kerk, kapittelt de dominee van een succesvolle protestantse expatkerk bij abdijbier de veronderstelde hardheid van Europa tegenover immigranten. Niet dat hij tussen de immigranten gaat wonen of zelfs maar een immigrant in huis zou nemen – nee, dat niet.

Het gesprek in Den Engel volgt een patroon dat in veel gesprekken tussen westerse expats te horen is. Europa moet solidair zijn, maar dat moet toch vooral komen van de ander: het volk, nog net geen gepeupel genoemd, dat onmogelijk een huis in Tervuren kan betalen. Heft het Brusselse gewest, zoals in 2016 gebeurde, een milieubelasting op energie, dan gaan de eurocraten meteen naar de rechter. Immers, zij zijn vrijgesteld van belastingen. Ze kregen gelijk en zo blijft Brussel een arme stad waar in tunnels betonblokken op de Duitse belastingvrije auto’s van pendelende expats vallen en immigranten bij stoplichten bedelen. Waarover in Den Engel dan weer wordt gehoond. De cynische ironie ontgaat de dominee.

Hoe anders zijn de gesprekken aan de Haachtsesteenweg, in de gemeenten Sint-Joost-ten-Node en Schaar­beek. Hier alleen maar Turken, en Bulgaarse en Koerdische Turken. De lobbyist die aanschuift voor een lunch in het Turkse eethuis zegt verbaasd: ‘Hier ben ik nog nooit geweest.’ Immigranten nemen beetje bij beetje delen van gemeenten zoals Schaarbeek over. De blanke westerlingen willen er niet wonen

Vlamingen geven Brussel trap na

De Turkse gastheer is allervriendelijkst en spreekt perfect Nederlands. ‘Ik ben naar een Nederlandstalige school geweest,’ verklaart hij trots. Hij probeert wat van zijn leven te maken en hoopt op kansen voor zijn kinderen. Daarvoor is Nederlands beheersen noodzakelijk, want in Vlaanderen wordt al het geld verdiend. Maar de Nederlands­talige scholen hebben lange wachtlijsten. Bijna drieduizend kinderen van vooral immigranten werden dit jaar al afgewezen. De kosten voor het Nederlandstalig onderwijs zijn voor de Vlamingen en zij willen niet voor de immigrantenkinderen betalen.

Vlamingen bezitten massaal vastgoed in Brussel en verhuren dat aan sappelende immigranten. Dagelijks trekken honderdduizenden Vlamingen de stad in om te werken. Ze onttrekken wel geld aan Brussel, maar betalen zo min mogelijk voor de toekomst van de Turkse en andere immigrantenkinderen. Onderwijl storten Vlaamse betonboeren de stad vol met hun grijze beton. Na de verwoesting van het ooit wonderschone Brussel door de Franstaligen in de afgelopen decennia, is het nu de beurt aan de Vlamingen om Brussel een trap na te geven.

Erdoğan geeft immigranten wel houvast

De Turkse gastheer wordt verscheurd door de coup in Turkije en de daaropvolgende machtsgreep per referendum door president Recep Tayyip Erdoğan. Diens lange arm is ook aan de Haachtsesteenweg zichtbaar. Erdoğan´s Dyanet is prominent aanwezig met een kantoor en een moskee. Sint-Joost-ten-Node is Turkije, is de boodschap. Bij gebrek aan een duidelijke identiteit geeft Brussel immigranten weinig houvast. Erdoğan weet daar wel raad mee. Het leidde in april tot bizarre taferelen. Voor het Turkse consulaat vlak bij het Europees Parlement zorgden Turken in oude Mercedessen voor een verkeerschaos. ­Om de hoek van wat het huis van de democratie placht te zijn, stemden zij voor een Erdoğan-dictatuur. Na eerdere rellen bij het Belgische parlement tussen pro- en anti-Erdoğan-Turken hebben de autoriteiten ­ditmaal militairen met machinegeweren en politie op straat geposteerd. Yuppies die in de lobbykantoren werken, banen zich een weg door de verkeers­chaos van Turkse Mercedessen. Twee werelden dwars door elkaar – niemand die met de ander spreekt.

Brussel is met een gemiddelde leeftijd van 37,4 jaar de jongste stad van Europa. In de Nieuwstraat, de Brusselse Kalverstraat, dient zich deze toekomst aan. Meer dan 70% van het winkelende publiek is Afrikaans of Aziatisch en de kinderwagens zijn ontelbaar. Ook de alom aanwezige beveiligers en het winkelpersoneel zijn overwegend immigranten.

Machtsmiddelen

Om de hoek op het Martelaarsplein speelt een orkest klassieke muziek, georganiseerd door de Franstalige klassieke zender Musiq 3. De Franstalige blanke elite uit de gemeenten Sint-Lambrechts-Woluwe, Elsene en Sint-Gilles is voor de gelegenheid afgedaald naar het arme centrum. Het kapitaal zit samengepakt op plastic stoeltjes. Een politiehelikopter in de lucht bromt. Bij invallen in Anderlecht is een wapendepot gevonden – bommen, machinegeweren. Twee Jihadisten zijn opgepakt.

Zo zoeken immigranten naar koopjes bij de HEMA, een paar meter verder klinkt klassieke muziek voor deftige mensen en de helikopter en politieauto’s met jankende sirenes voegen een permanente valse noot toe aan dit gezelschap dat geen gemeenschap is. Hoe minder cohesie, hoe sterker de staat zich laat gelden met machtsmiddelen. Het is aan Vlaamse en Waalse jongemannen en -vrouwen van het platteland om de vrede te handhaven. Iedere senior agent heeft allang gezorgd voor een plek als dorpsagent, ver weg van Bruxelles-Capitale, weg van de stad van de eeuwige helikopter.

De Haachtsesteenweg: domein van Turken en Bulgaarse Turken.

Op woensdag komen de jonge, blanke eurocraten bijeen op ‘hun’ plein.

Offer

Een frisse bui heeft de betonnen stad schoongespoeld. De Koerdische eigenaar van restaurant Le Brosella kijkt hoe zijn personeel uit alle windstreken de terrasstoelen buitenzet, steekt een sigaret op en moppert op de burgemeester. De Franstalige socialist Yvan Mayeur blijkt € 17.000,- per jaar te hebben ontvangen als bestuurder van de daklozenopvang, terwijl hij niets deed. Zijn door en door corrupte partij laat hem vallen. Een offer om de rest van politiek Brussel uit de wind te houden.

De enige elite die de stad kan leiden, vult zijn zakken. Welk voorbeeld geeft dit, vraagt de restauranthouder zich af. Waarom zou ik me aan de regels houden? Hij kreeg al eens een boete voor het te vroeg buiten zetten van zijn terras. De woede borrelt weer op. Zo gaat het dag in dag uit. Jonge immigranten ploeteren in de laagste baantjes. Soms stelen, roven en slaan ze. De technocraten mopperen en sluiten zich af, de Brusselse politieke elite is corrupt en oudere Vlamingen en ook Walen spelen een cynisch spel met de stad als geldmachine voor hun kastelen, landhuizen en villa’s op het platteland. Van een gemeenschap die noodzakelijk is voor een functionerende democratie met publiek debat is geen sprake. Men verstaat elkaar niet, niet qua taal, niet qua cultuur, niet qua levensstijl. Het is langs elkaar leven – in een permanente staat van beleg met thuis een pistool en een stalen deur en op straat militairen.

____________________