NAKBA NONSENS SLEUTEL 1

In de eerste aflevering over de grootscheepse “Nakba-herdenking”, die elk jaar in de hele wereld op touw wordt gezet, beloofde ik meer op de inhoud van de leugens in te gaan en zei al vooraf tot welke conclusie ik zou komen. Namelijk dat het probleem rond Israël daarin bestaat dat de Arabieren de Joden willen vermoorden. Meer dan dat is het niet, alleen die 14 eeuwen oude islamitische haat tegen de Joden. Maar het is wel genoeg. Ja, dat dan weer wel.

Ik heb in die eerste aflevering gememoreerd dat vanaf 1967, toen Israël de Junioorlog won, door de in het Westen voortdurend aan kracht winnende linkse kerk tenslotte een monopolie is verkregen op de berichtgeving over Israël en islam. En ik heb gezegd dat de enige kracht die in de Nederlandse media een tegengeluid zou kunnen creëren de PVV is, maar dat die teveel  beheerst wordt door koudwatervrees en eenkennigheid.

Omdat ook scholen, universiteiten en de politiek vergiftigd zijn met al die leugens en verzwijgingen, niet alleen in Nederland, in het hele Westen, valt de anti-Israël-propaganda in alreeds ontvankelijk gemaakte geesten. Je hoeft alleen maar “bezetting” te zeggen, en iedereen weet waarover we het hebben. En ga dan maar eens uitleggen dat het omgekeerd is, dat het om een Arabische bezetting van de “Westbank” gaat en dat Israël eigenlijk heel Egypte, heel Jordanië en heel Syrië had moeten bezetten. Dan ben je even bezig. Wat ik wil zeggen: de verdedigers van Israël zijn inderdaad voortdurend in de verdediging. Altijd in de weer met het optornen tegen die “Palestijnse Muur van Leugens”.

Kindermisbruik door de “Palestijnen” onder leiding van Diewertje Blok

Nee, ik bedoel niet het kinder-neuken dat de islam propageert en wat deze ideologie zo aantrekkelijk maakt voor foute mannen, maar de onverschilligheid waarmee Arabieren, islamieten in het algemeen, met de levens van hun kinderen omspringen.

In de Balie staat voor 29 mei nóg een pro-“Palestijnse” leugensessie gepland, onder de titel  “vastgebonden, geblinddoekt en veroordeeld”. Ja, het is verschrikkelijk. En dit kindermisbruik wordt dan adequaat gepresenteerd door degene die op de Nederlandse tv rond 5 december altijd dat andere kindersprookje begeleidt: Diewertje Blok.

Ik heb eerder geschreven over het gemak waarmee de leidende maffia’s  van islamieten, Arabieren, “Palestijnen”-  of hoe je de immorele gekken ook wilt noemen – hun eigen kinderen aan gevaar blootstellen, niet alleen door ze “intifada” te laten gaan spelen, maar ook door raketbeschietingen op Israël en het IDF bij voorkeur vanuit woonwijken te plegen. En dat duidelijk in de hoop dat er bij een eventuele tegenaanval van het Israëlische leger zoveel mogelijk burgerslachtoffers vallen onder hun eigen bevolking, alleen met het doel dat dan weer te gebruiken om Israël te besmeuren. Ze hebben liefst vrouwen en kinderen als slachtoffers, want die kunnen ze het beste propagandistisch  uitbuiten in de goedgelovige Westerse media.

En dan is er het gemak, nee, de vreugde waarmee “de Palestijnen” Joodse kinderen doden. Herinneren we ons het filmpje dat de titel meekreeg “Ahlam Tamimi lacht zich de tyfus”? Kijk eens naar de intense vreugde waarmee deze terroriste verneemt dat ze niet slechts drie, maar wel acht Joodse kinderen heeft gedood. Moeten we nog eens wijzen op Samir Kuntar en de eerbewijzen die hij nog in 2008 ontving?

KUNTAR ONDERSCHEIDEN

Op 22 april 1979 drong de “Palestijn” Samir Kuntar met vier andere terroristen schietend en handgranaten werpend een huis binnen in Nahariya, een kustplaats vlakbij de grens met Libanon. Het aanwezige gezin bestond uit Smadar Haran Kaiser, haar man Danny en twee dochtertjes Einat (4) en Yael (2). Vader Danny en Einat werden op de vlucht buiten achterhaald. Danny werd voor de ogen van Einat door Kuntar doodgeschoten en vervolgens werd door Kuntar van Einat de hersens ingeslagen met de kolf van zijn geweer. Moeder Smadar en Yael hadden zich verborgen in een kruipruimte in het plafond van hun appartement. Om het kind stil te houden had de moeder haar hand op de mond van het kind gehouden, maar in haar paniek bleek ze het meisje te hebben doen stikken. Hier wordt  Sami Kuntar na een gevangenenruil (16 juli 2008) met Israël als een held ontvangen in Libanon. Kuntar ontving van de Syrische president Bashar Assad in november 2008 een hoge onderscheiding.

Voorts is er natuurlijk “Pallywood”, de wereld van fake-foto’s en geënsceneerd leed, dat de wereld bereikt onder regie van “Palestijnse bronnen”: de kwestie Muhammad al Dura is het bekendste, de jongen die expres werd doodgeschoten door Israëlische soldaten, maar uit een richting waarin alleen “Palestijnen” konden zitten.

Volgens Ya’kov Siepman, die het zieke wereldje van de “anti-Zionisten” goed kent, wordt deze door de Balie gehoste vertoning ook nog eens gesubsidieerd uit Europese fondsen. Ik heb het al vaker gezegd: je moet eens proberen subsidie te krijgen voor een pro-Israëlische en “Palestijnen”-kritische docu of bijeenkomst.  Dat gaat je niet lukken. Ik ken de mensen die het herhaaldelijk geprobeerd hebben. Geert Wilders zou zich dat moeten aantrekken, maar die heeft niet eens voldoende politiek instinct om te beseffen dat zijn door een team van internationale geleerden geschreven en onder zijn naam uitgebrachte boek “Marked for Death” meteen in Nederlandse vertaling had moeten verschijnen. Het is een voortreffelijk boek, vandaar. Nou ja, ik zei het al: een team van internationale geleerden . . .

Als “Palestijnen” zichzelf opblazen dan zijn de Israëli’s nazi’s

Ik heb ooit in navolging van Machteld Allan eens gewezen op een diep inzicht van Paul Berman – die overigens óók regelrecht krankzinnige observaties op zijn conto heeft staan, maar daarover een ander keer – namelijk dat de geestziekte van het “Palestinisme” behalve uit haat tegen het Westen en antisemitisme bij D66-types óók voortkomt uit . . . . . verlangen naar Redelijkheid en Verklaarbaarheid. Die niet aflatende zelfmoord- terreur van de “Palestijnen” is namelijk onverklaarbaar als je de waarheid niet onder ogen wil zien: namelijk dat het  terroristische gekken zijn onder invloed van een eeuwenoude haatideologie, de islam. Dus wordt de verklaring: dan moeten die Israëli’s wel verschrikkelijk tegen ze tekeer gaan als die “Palestijnen” dermate tot wanhoop worden gedreven. Dus hoe erger de “Palestijnse” terreur, hoe groter  . . . . . . . de Israëlische schuld! “Palestijnen” die zichzelf opblazen? Dan moeten de Israëli’s wel nazi’s zijn.

Machteld Allan:

“( . . .) naarmate de aanslagen in frequentie en hevigheid toenamen, moest men zich op steeds extremere stijlfiguren verlaten om het fenomeen te kunnen blijven ‘verklaren’. De zelfmoordhysterie werd met nog grotere hysterie overschreeuwd. Voldeed drie jaar geleden nog de vergelijking met de Zuid-Afrikaanse apartheid, nu is Israëlisch ‘nazisme’ een van de gangbare verklaringen voor de Palestijnse zelfmoorden geworden. Nobelprijswinnaar José Saramago noemde het bulldozeren van Arafats compound door het Israëlische leger ‘een misdaad vergelijkbaar met Auschwitz’. De Zuid-Afrikaanse schrijver Breyten Breytenbach ging nog een stap verder en zocht de oorzaak van de Palestijnse zelfmoordaanslagen in de provocerende Joodse waangedachte een uitverkoren volk te zijn, net als de witten van Zuid-Afrika.”

“Nakba-nonsense”: Tadmor & Segal

Mijn grote vriend Roelf-Jan Wentholt ontdekte en las een 70 pagina’s tellend Engels boekje op het internet met de titel “Nakba-nonsense”, geschreven door Erez Tadmor en Erel Segal. Ik heb Roelf-Jan gevraagd om eens te kijken of de tekst die ik geschreven had over de “Nakba” en die ik nu hieronder publiceer, erg veel aanvulling behoefde vanuit dat boekje. Zulks bleek volgens hem niet het geval. Maar het blijft natuurlijk aanbevelenswaardig zo’n langer verhaal te lezen, vanwege de details, vooral de gruwelijke details van Arabische wreedheid. Zie voor die wreedheid ook noot 2 onder dit stuk.

Ik voor mij zal in de onderhavige tekst niet alleen die nep-Nakba zelf behandelen, maar ook de voor- en de na-geschiedenis, en veel minder dan zeventig pagina’s gebruiken.

Het boekje is heftig aangevallen door de Linkse Kerk in Israël. Ja, ook Joden behoren wereldwijd tot die club, zelfs in Israël. Hier zijn een paar voorbeelden van aanvallen op Tadmor & Segal: een website die “Independant reporting and commentary from Israël & Palestine” belooft, een persoonlijk weblog van een gutmenschliche Joodse grootmoeder die zich heeft laten beïnvloeden door de leugens van de firma Morris, Pappé & Schleim, en tenslotte de collaborateurkrant van Israël Haaretz. Het laatstgenoemde stuk gaat uitgebreid en tendentieus in op de gebeurtenissen in Haifa in 1948. Wie de moeite wil doen, kan als tegenwicht “Palestine Betrayed” van Efraim Karsh ter hand nemen, de auteur die ook de wetenschapsfraude van bovengenoemde firma aan de kaak stelde en daarin het hoofdstuk lezen “Fleeing Haifa”. Het is een van de grotere “case-studies” die Karsh heeft verricht, een tweede betreft een uitgebreide analyse van Jaffa in 1948, die uitgebreid ter sprake komt in mijn stuk “Jaffa-prijs voor historica Anja Meulenbelt”.

“The green patch is a flourishing Israeli farm amidst the barren Palestinian fields”

Joden na 1880 naar Palestina: een daad van dekolonisatie en ontwikkelingshulp

De Joden woonden al duizenden jaren in Palestina, toen de islamitische Arabieren in 638 ná (!) Christus die landstreek bloedig onder het kromzwaard brachten. Die Arabieren zijn daar vervolgens, als koloniale bezetters, 1300 jaar gebleven. Ze hebben het land en de bevolking, christenen en Joden, geterroriseerd en uitgezogen. Toen Joden uit Europa rond 1880 opnieuw naar Palestina trokken, was dat dus “kolonisatie”, maar tegelijk een daad van humane DÉ-KOLONISATIE. Het land was nagenoeg leeg, dor, woest en geplunderd door elders wonende Arabische grootgrondbezitters. De Joden onderwierpen niet, moordden niet en roofden niet, maar kochten stukken land voor meer dan rechtvaardige prijzen en maakten het land opnieuw eigenhandig vruchtbaar. De door de Joden opgewekte dynamiek en welvaart trok vele Arabieren uit de omliggende regio’s aan als immigranten naar Palestina. De meeste Arabieren kwamen dus later naar Palestina dan de meeste Joden. Ook voor de Arabieren, de alreeds daar wonende en nieuwkomers, stegen welvaart en ook levensverwachting spectaculair met de komst van de Joden.

Israël is een legitieme staat: vijf redenen

De conferentie van San Remo van 1920-22 gaf aan Engeland en Frankrijk de Mandaatsmacht over zo’n beetje het hele Midden-Oosten met de bedoeling de volken aldaar, die losgekomen waren uit het Ottomaanse Rijk, te begeleiden naar zelfstandigheid.  De Joden waren gewoon één van de volkeren, naast de Libanezen, de Syriërs en de Irakezen die óók een woongebied kregen toegewezen in die zomer van 1922. En met net zoveel áls, ja met veel méér recht dán die Arabische volken. Dus dat besluit van San Remo, bekrachtigd door de Volkenbond, waarmee de Balfour-verklaring van 1917 gehonoreerd werd, namelijk dat de Joden een nationaal tehuis in Palestina zouden krijgen, komt bovenop de morele en historische rechten die de Joden al hadden in Palestina. Zodat we nu 5 legitimaties hebben dat de Joden daar mochten wonen:

1) Ze woonden er al duizenden jaren.
2) De Arabieren hadden Palestina in een agressieoorlog in 638 veroverd.
3) De Arabieren hadden de christenen en de Joden 1300 jaar lang koloniaal onderdrukt en een Palestina geschapen dat ontvolkt en desolaat was.
4) De Joden brachten sinds 1880 opnieuw dynamiek, welvaart en een hogere levensverwachting in Palestina.
5) Het besluit van de Volkenbond en van San Remo.

Dertig procent is de Moefti nog teveel

De Engelsen gaven in de herfst van 1922 al meteen 70% van het vestigingsgebied van de Joden weg aan een Arabier, ene Hoessein, te weten het gebied ten Oosten van de Jordaan, de “Eastbank” zeg maar. In datzelfde jaar 1922 begon de Moefti van Jeruzalem Amin al-Hoesseini middels de islam te agiteren tegen de Joden en ook tegen Arabieren die met de Joden wilden samenwerken. Dat ging gepaard met gruwelijke moorden.

Alan Dershowitz tekent in zijn “The Case for Israël” (p. 43) de volgende getuigenis op van de Engelse politiechef van Hebron over een door de Moefti ontketende pogrom in Hebron van 1929:

“Bij het horen van gegil in een kamer, ging ik door een soort van tunneldoorgang en zag een Arabier bezig met het afsnijden van het hoofd van een kind met een zwaard. Hij had het kind al getroffen en wilde opnieuw toeslaan, maar toen hij mij zag probeerde hij de slag op mij te richten, maar miste. Hij stond bijna tegen de loop van mijn geweer aan en ik schoot hem laag in zijn kruis. Achter hem bevond zich een Joodse vrouw gesmoord in bloed met een man die ik herkende als een [ Arabische] politieagent genaamd Issa Sheriff uit Jaffa in Mufti. Hij stond boven de vrouw met een dolk in zijn hand. Hij zag me en snelde een aangrenzende kamer in en probeerde me buiten te sluiten, terwijl hij schreeuwde in het Arabisch: ‘Edelachtbare, ik ben een politieagent.’ Ik ging de kamer binnen en schoot hem neer.”

      Een kamer van een Joods huis na de pogrom van 1929 in Hebron

Via de zogenaamde “Arabische Opstand” van 1936 tot 1939 – die in feite een voortzetting van dezelfde moorddadige terreur was, maar dan grootschaliger – groeide er steeds meer een oorlogssituatie. De Joden zijn daarin steeds zo fatsoenlijk mogelijk gebleven, ook de meest radicale strijdgroepen. De verhalen over door Joden begane gruweldaden – het King David hotel, Deir Yassin (2)– zijn inmiddels weerlegd. En waar de “Palestijnen” hun moordenaars vereren en toejuichen, hebben de Israëli’s iedere beschuldiging aan hun adres altijd gewetensvol onderzocht en terreur en verdrijving altijd principieel verworpen.

1937: Peel-Commissie: nog 4% voor de Joden, maar het blijft de Moefti teveel

Het pieken van de Arabische wreedheden vanaf 1936 en het toenemende verzet van de Joden tegen de pro-Arabische houding van de Engelsen, deden de Engelse regering bij monde van de Peel-commissie in 1937 besluiten dat er een gescheiden Joodse en Arabische staat moest komen. Het Arabische deel zou 96% (!!!) beslaan van het gebied dat oorspronkelijk als vestigingsgebied voor de Joden was bestemd en de Joden hielden dus 4% over. De Joden accepteerden, de Arabieren onder leiding van de Moefti weigerden.

De Moefti, die voor zijn misdaden inmiddels door de Engelsen werd gezocht, vluchtte naar Irak, probeerde daar een staatsgreep te plegen, die mislukte, en wist tenslotte op 6 november 1941 Duitsland te bereiken en verbleef tussen 1941en 1945 in een villa in Berlijn. Hij heeft niet alleen persoonlijk gezorgd dat vele Joden uit vooral Hongarije en Roemenië die dreigden te ontsnappen alsnog vergast zijn. Hij wist bijvoorbeeld een speciale deal te voorkomen tussen de nazi’s en de geallieerden die duizenden Joodse kinderen van de dood zou hebben gered.

En dan is er nog de mogelijkheid dat de Moefti een beslissende invloed heeft gehad op het besluit tot de Endlösung door Hitler. Ik schreef eerder:

“Men weet dat in de tweede helft van de jaren 1930 de wereld verdeeld raakte in twee soorten landen: die waarin de Joden niet mochten blijven en die waarin ze niet welkom waren. Door toedoen van de moefti werd Palestina als laatste mogelijkheid steeds moeilijker. Zou het een te ver gaande speculatie zijn om te veronderstellen dat de moefti met het afsluiten van de laatste afschuifmogelijkheid van de Joden, namelijk naar Palestina, een beslissende invloed heeft gehad op het besluit tot de Endlösung? De moefti had zijn gesprek met Hitler op 28  november 1941. In een voor het laatst in 1999 geüpdate stuk komt Gord McFee op grond van nieuwe gegevens (het dagboek van Goebbels) plus een plausibele redenering, die te ver voert om hier uiteen te zetten, tot de volgende conclusie: “Het nieuwe bewijs wekt sterk de indruk dat Hitler vroeg in december 1941 besloot alle Europese Joden uit te roeien.” Als McFee gelijk heeft, dan hebben er slechts dagen gezeten tussen de ontmoeting met de Moefti en het definitieve besluit.”

Vanaf zijn aankomst in Nazi-Duitsland, waar hij Hitler, Himmler en Eichmann ontmoette, werkte de Moefti vervolgens samen met de nazitop om op de Balkan, waar vanwege de eeuwenlange Turkse agressie veel moslims wonen, SS-moslim-divisies op te richten. Hij was erop gebrand gedurende de hele oorlog om geen Joden te laten ontsnappen en is verantwoordelijk voor duizenden Joodse doden, waaronder veel kinderen. Vanaf 1942 organiseerde hij in samenwerking met de nazi’s radio-uitzendingen vol Jodenhaat, die in het hele Midden-Oosten in alle thee- en koffiehuizen uit de luidsprekers schalden. Als Rommel in de herfst van 1942 had kunnen doorstoten naar Egypte, zouden er mobiele vergassingsinstallaties, bestemd voor massamoord op de Joden in Palestina, die in Griekenland klaar stonden, naar Palestina zijn verscheept. De Moefti dook na de oorlog weer op in Egypte en leidde van daaruit de haat- en terreurcampagne van de Arabieren tegen de Joden, die vanaf 1945 groeide naar een volslagen oorlog tussen de Joden en Arabieren.

     De Moefti groet op de juiste wijze zijn Bosnische moslim-SS-troepen

De Arabieren hebben de “Nakba” zichzelf aangedaan

In september 1947 brachten de pas opgerichte Verenigde Naties, toen nog niet gedomineerd door misdadigerstaten, een tweede verdelingsplan (na het Peel-plan van 1937) in stemming. Dat plan werd door de Algemene Vergadering aanvaard, ondanks de tegenstemmen van alle moslimlanden. Israël accepteerde opnieuw een voorstel waarbij de Arabieren heel veel en de Joden zeer weinig kregen. De Palestijnse Arabieren onder leiding van de Moefti weigerden opnieuw. De oorlog en de terreur gingen dus voort, een oorlog waarin de Joden probeerden welwillende Arabieren te bewegen te blijven om, als de staat Israël eenmaal een feit zou zijn, als evenwaardige burgers daar te leven.(1)

Grote delen van de Arabische “elites” echter sloegen op de vlucht en lagere sociale klassen namen daaraan een voorbeeld en vluchtten ook. In mei 1948, na de uitroeping van de staat Israël, toen zes Arabische landen – (Egypte, Jordanië, Irak, Libanon, Syrië, Saoedi-Arabië) – Israël binnenvielen, werden de Arabieren door de Arabische militaire leiding opgeroepen Israël te verlaten, want men verwachtte een gemakkelijk overwinning en wilde een vrij schootsveld hebben om de Joden de zee in te drijven. Deze Arabieren werd verteld dat ze als overwinaars terug zouden keren.

Dus niet alleen zijn de Arabieren onder de Moefti in 1922 begonnen met de terreur waardoor de oorlog überhaupt ontstond, maar ook zijn de vluchtelingenstromen van Arabieren bewust gecreëerd door de Arabische “elites”. De Arabieren zijn 100% zelf verantwoordelijk voor het vluchtelingenprobleem, dat zij de “nakba”, de ramp noemen. De Arabische radiozenders bleven Jodenhaat spuwen. Het globale beeld is dus: wreedheden vanaf 1922 gepleegd door Moefti-Arabieren, vooral tijdens de “Arabische Opstand” van 1936 – 1939 en verder steeds erger tot het vanaf 1945 een volschaalse oorlog werd. Als ik zeg: de “Arabieren”, dan bedoel ik de minderheid van fanatici onder leiding van de Moefti, die, zoals altijd en overal, ook hier de agenda bepaalden en het verloop van de gebeurtenissen beslissend beïnvloedden. Deze fanatici terroriseerden de eigen bevolking nog harder dan de Joden: “verraders” die met de Joden wilden samenwerken, werden bedreigd, vermoord, verminkt. Ook het wegjagen van de Arabieren van het grondgebied van het huidige Israël door de Arabische legers ging gepaard met beschuldigingen van hoogverraad en doodstraf voor wie wilden blijven.

Het kunstmatig in stand gehouden vluchtelingenprobleem

Terwijl na 1948 Israël 160.000 (honderdzestigduizend) Arabieren binnen de grenzen van Israël gelijkwaardige rechten gaf, begonnen in Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Egypte, Jemen, Irak, Syrië en Libanon haatcampagnes tegen de Joden. Rond de 800.000 Joden werden uit die landen verjaagd en Israël, pas geboren, herstellende van een oorlog op zijn grondgebied, vol in de opbouw, met bijna géén middelen, wist óók deze 800.000 Joden rimpelloos te integreren. Men zegt wel dat alleen al wat deze Joden aan bezittingen achterlieten in die Arabische landen, ruim de waarde van het hele toenmalige Israël overtreft. Vandaag leven in Israël één-en-een-kwart miljoen (1.125.000) Arabieren met volledige burgerrechten. In Israël géén vluchtelingenprobleem! De Joden uit al die Arabische landen waren dus op de vlucht gejaagd door Arabieren, net als de Arabieren in Israël in 1948 op de vlucht waren gejaagd door . . . . . . Arabieren.

En het waren ook de Arabieren die het Arabische vluchtelingenprobleem van de “Palestijnen” bewust in stand hebben gehouden tot op de dag van schrijven dezes. En met slechts één doel: om op die vluchtelingen te kunnen wijzen en zo de haat tegen Israël en de Joden gaande te houden in de Arabische landen. Dat is wel nodig, want er is veel haat in al die islamitische dictaturen en die kan je maar beter afleiden op Israël en de Joden. Dat in stand houden van het “vluchtelingenprobleem” hebben de Arabische dictaturen gedaan met de volgende middelen: uitsluiting van burgerschap voor “Palestijnen”, van gezondheidszorg en scholing, van uitoefening van beroepen, van mogelijkheid om bouwland te bezitten, van bewegingsvrijheid (vaak middels prikkeldraad).

UNRWA. Wâh? Unrrrrrwâh!

De Verenigde Naties – (door sommigen wel de Verenigde Nazi’s genoemd, omdat de Algemene Vergadering gedomineerd wordt door misdadigerstaten, met name door het blok van islamitische staten van de OIC) – hebben krachtig meegeholpen het “Palestijnse” vluchtelingenprobleem in stand te houden, vooral door een speciale organisatie in het leven te roepen exclusief voor de “Palestijnen”. Elke vluchteling ter wereld valt onder de VN-organisatie UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees), maar alléén de “Palestijnen” vallen onder de misleidend neutrale naam: United Nations Relief and Works Agency. Dat levert de idiote afkorting UNRWA op. Die quasineutrale naam probeert iets te verbergen, namelijk dat, heel anders dan de UNHCR, de UNRWA probeert vluchtelingen NIET te integreren in een nieuwe omgeving. De UNRWA is speciaal opgericht om de Arabische dictaturen te helpen het probleem in stand te houden en aldus de haat tegen Israël. Dat doet de UNRWA door toepassing van speciale regels op de “Palestijnse” vluchtelingen die nog nooit ter wereld ergens voor andere vluchtelingen hebben gegolden. Zo behouden de “Palestijnse” vluchtelingen, die wel burgerschap krijgen van een erkend land, toch hun vluchtelingenstatus. Daarom zijn alle “Palestijnen” die in Jordanië en in Samaria-Judea wonen nog steeds “vluchteling”.

De allerbelangrijkste uitzondering: “Palestijnen” kunnen hun vluchtelingenstatus van generatie op generatie doorgeven. Er is overigens bij het begin van de registratie van de “vluchtelingen” enorm gefraudeerd met de aantallen  en al was je pas één dag in het betreffende gebied dan werd je al als vluchteling gezien.

                          “UNRWA sponsors terrorism

UNRWA besteedt drie keer zoveel aan een “Palestijnse vluchteling” als de UNHCR aan een vluchteling elders ter wereld. UNRWA, dat dus alleen voor de “Palestijnen” is, heeft 30 maal zoveel bureaucraten in dienst als de UNHCR voor de vluchtelingen van de hele wereld. Voor tientallen miljoenen vluchtelingen zijn door de UNHCR in de loop der jaren oplossingen gevonden, maar de UNRWA heeft het probleem alleen vergroot. En dat is ook de hele bedoeling. Oorspronkelijk waren er zeker niet meer dan 600.000 Arabieren gevlucht uit Israël, verjaagd door hun eigen “elites” en door hun eigen wantrouwen. Inmiddels zijn het er bijna 5.000.000 (vijf miljoen). En de eis bij de “vredesonderhandelingen” van “Palestijnse” kant is, zoals men weet, anno 2012 nog steeds dat al deze “vluchtelingen” moeten “terugkeren” naar Israël, wat de totale islamisering en Arabisering van Israël zou betekenen.

Hoe pervers kan je zijn? “Gematigde” Abbas zegt nog steeds herhaaldelijk in het Arabisch in speeches voor zijn collega-maffiosi en slechts een béétje cryptisch dat hij Israël nooit zal erkennen, dat Israël al die vijf miljoen “vluchtelingen” moet opnemen, maar dat Samaria-Judea, i.c. “de Westbank”), i. c. de toekomstige “Palestijnse staat” vrij van Joden moet worden. Judenrein moet Samaria-Judea dus worden en anderzijds moet Israël met miljoenen Arabieren overstroomd worden.

Dat was dus de waarheid over de “Nakba” en wie er geen behoefte aan heeft te weten wat er volgde, zou hier kunnen stoppen met lezen. Maar het blijft natuurlijk interessant te zien hoe het verdere verloop van de geschiedenis de waarheid bevestigt van wat hierboven is verteld.

1948 – 1967: illegale bezetting van “de Westbank”door Jordanië

Op 14 mei 1948 werd dus de staat Israël uitgeroepen. In april 1949 kwam er een wapenstilstand. De voorlopige grens tussen Israël Jordanië werd de zogenaamde “groene lijn”, dat is de wapenstilstandslijn en die lag aan de westgrens van Samaria-Judea (“de Westbank”). Die bezetting door Jordanië van Samaria-Judea (“de Westbank”)  was illegaal (!), want het gebied was veroverd in een aanvalsoorlog, namelijk in de van Arabische kant genocidaal bedoelde oorlog van 1948. Jeruzalem, dat in Judea ligt, was een uitzondering: Oost-Jeruzalem, de Oude Stad, met alle Joodse heiligdommen, bleef weliswaar in handen van Jordanië, maar het nieuwere West-Jeruzalem bleef in handen van Israël. De illegale bezetting van Samaria-Judea (“de Westbank”) door Jordanië  zou tot 1967 duren. De Jordaanse autoriteiten vernielden in die tijd zoveel mogelijk Joodse heiligdommen en Jeruzalem  werd voor Christenen en Joden afgesloten. Van 1948 tot 1967 bouwde Israël aan de enige democratische, humane en succesvolle rechtsstaat in het Midden-Oosten.

Een tweede aanvalsoorlog door de Arabieren: 1967

In de periode van wederopbouw van Israël van 1948 tot 1967 bleven de “Palestijnen” terreuraanslagen plegen, ook vanuit de Sinaï-woestijn en Gaza, beiden toen onder controle van Egypte. In de lente van 1967 stapelden de bewijzen zich op dat de Arabische wereld uit was op oorlog met Israël. President Nasser van Egypte kreeg gedaan dat de VN-vredestroepen in de Sinaï-woestijn, daar gestationeerd na de Suez-oorlog van 1956, zich metterdaad terugtrokken. Nasser begon in 1967 met een blokkade van de Straat van Tiran, waardoor geen schepen meer de Israëlische haven van Eilat in konden. Dat was volgens het internationale recht een “casus belli” en gaf Israël het recht aan te vallen. Nasser liet het Egyptische leger vooruitgeschoven posities innemen in de Sinaï-woestijn. Zowel Nasser als Assad van Syrië alsmede de Irakese president Abdul Rahman Arif spraken van “uitroeiingoorlog” en “Israël van de kaart vegen”.

Opperbevelhebber Dayan, beseffend dat het Israëlische leger veel minder tanks en straaljagers bezat, informeerde de Israëlische regering dat er maar één manier was om de oorlog te winnen en zware bombardementen op de Israëlische steden te voorkomen: preventief toeslaan. In de vroege morgen van 6 juni 1967 vlogen de Israëlische straaljagers onder de Egyptische radar door – een pilotenkunststuk op zich! – en vernietigden de Egyptische luchtmacht op de grond. Daarmee werd de oorlog voor de Israëli’s winbaar, wat ze dan ook in zes dagen deden. In de oorlog van 1967 was het weliswaar Israël dat preventief aanviel, maar in feite was het een aanvalsoorlog van de kant van de Arabieren. Ondanks de Israëlische waarschuwing aan de regering van koning Hoessein van Jordanië om buiten de oorlog te blijven, begon in de ochtend van 6 juni 1967 Hoessein´s artillerie met hevige bombardementen op West-Jeruzalem, dat van 1948 tot 1967 in Joodse handen was gebleven. De bedoeling was duidelijk: Samaria-Judea – (legaal vestigingsgebied van de Joden volgens San Remo 1920-22, illegaal bezet door Jordanië van 1948 tot 1967) – diende opnieuw als springplank voor een aanvalsoorlog van Jordanië op Israël. Het Israëlische leger verdreef vervolgens het Jordaanse leger en bezette legaal(!), want in een verdedigingsoorlog, Samaria-Judea inclusief Jeruzalem.

Tijdens de periode van illegale bezetting van Samaria-Judea (“de Westbank”) door Jordanië hadden de Jordaanse autoriteiten zoveel mogelijk Joodse heiligdommen vernield en was Jeruzalem voor Christenen en Joden afgesloten geweest. Vanaf 1967 zou Israël alles weer open stellen.

Ondanks dat Israël volgens San Remo 1920-22 recht had op Samaria-Judea als vestigingsplaats, ondanks dat Jordanië de streek al twee keer had gebruikt als springplank voor een genocidaal bedoelde oorlog (1948 en 1967), ondanks dat Jordanië gedurende de periode 1948 – 1967 de streek illegaal bezet had gehouden, was Israël bereid opnieuw Samaria-Judea op te geven in ruil voor erkenning van bestaansrecht en vrede. Israël vroeg slechts een paar kleine gebieden die tegen de bestandslijn van 1949 aan liggen en die essentieel zijn voor de verdediging van Israël, dat op die plekken zeer smal is. Israël zou voor die gebiedjes zelfs op andere plekken compensatie geven. In Khartoem, al een paar maanden later, in de herfst van 1967, beslisten de Arabische landen op een vergadering dat er drie keer nee zou worden gezegd tegen Israël: geen erkenning, geen vrede, geen onderhandelingen.

Israël had na “Khartoem” dus de keus: terugtrekken uit Samaria-Judea en wachten op de volgende aanval, of daar het gezag gaan uitoefenen. Dus dat wat “de Palestijnen” en alle Westerse mainstream-media “de bezetting” noemen is sowieso aan Israël opgedrongen. Die “bezetting” van Samaria-Judea door Israël gaf al snel de gewone resultaten: meer welvaart, hogere levensverwachting, dynamiek, een toestroom van Arabieren (“Palestijnen”) naar de regio en dus vooral bouwactiviteit en dat weer vooral van Arabieren. Ook ontstond er een georganiseerde trek van Joden naar Samaria-Judea, waar vele nieuwe Joodse nederzettingen ontstonden: volstrekt legaal, op gekochte grond en met name op grond die voor Joden betekenisvol is:  plaatsen als Hebron bijvoorbeeld, waar de Joden in de jaren 1930 met moordaanslagen door de Moefti-Arabieren verdreven waren.

De leugenwoorden

Er zijn een aantal leugenwoorden rond de anti-Israël-propanda erg belangrijk. Over de woorden “vluchtelingen”, “bezetting” hebben we het al gehad.  Maar er zijn er meer: “Palestijnen”, “disproportioneel “ en “internationaal recht”.

“Palestijnen”

Als er ooit Palestijnen hebben bestaan dan waren het natuurlijk de Joden, maar de gecoördineerde Arabisch-linkse propaganda is er in geslaagd om sinds 1967 dat etiket, “Palestijnen”, te plakken op die vluchtelingen die door de Arabische landen en de UNRWA zorgvuldig in hun vluchtelingenstatus zijn gehouden om als propagandawapen tegen Israël ingezet te kunnen worden.

Die naam “Palestijnen” is tegelijk met de namen “Arafat” en “PLO” in het collectieve bewustzijn van het Westen gegrift.  De Palestinian Liberation Organisation werd in 1964 opgericht en was een voortzetting van de “Palestijnse” guerrillabeweging Fatah, die aanslagen in Israël pleegde. Het openlijk in het Handvest van de PLO gestelde doel was Israël te vernietigen en “de Joden de zee in te drijven”. De bijkomende “bevrijdingsideologie” kwam uit het Sovjetkamp en moet gezien worden in het kader van de Koude Oorlog. Arafat had in 1964 zijn vertrouweling Abu Jihad naar Noord  Vietnam gestuurd om te leren hoe Ho Chi Minh zijn “bevrijdingsstrijd” voerde. Fatah vertaalde toen al, dus vóór 1964, de revolutionaire handboeken van generaal Giap, van Mao en Che Guevarra, van wie we inmiddels toch wel allemaal kunnen weten dat het massamoordenaars waren, inclusief de Jezus van de guerrilla.

Giap schreef aan Arafat: “Stop met praten over de vernietiging van Israël en noem voortaan je terreuroorlog een worsteling om mensenrechten, dan zal het Amerikaanse volk uit je hand eten.” Vanaf 1967 zou steeds meer blijken hoezeer Giap gelijk had. Arafat, die door de Sovjets werd gezien als een bruikbare pion in de Koude Oorlog tegen het Westen, werd door de Russische KGB in de leer gedaan bij “het genie van de Karpaten”, Nicolai Ceauçescu, dictator van Roemenië. (2) Vanaf midden jaren 1960 waren Arafat en zijn entourage meermalen te gast bij deze moordenaar en megalomane krankzinnige.

Let op, want dit is essentieel: de bedoeling van zowel Fatah als de organisatie die in 1964 Fatah opvolgde, de PLO, was de vernietiging van Israël. Toen waren er dus nog géén “bezette gebieden”, niet in Gaza en niet op “de Westbank” (Samaria-Judea), toen werden de “Palestijnen” nog geterroriseerd en rechteloos gehouden door Egypte (Gaza) en Jordanië (Samaria-Judea) en toch moesten de “Palestijnen” al bevrijd worden. (4) Maar niet van hun Egyptische en Jordaanse onderdrukkers . . . . . nee, van Israël! Het ging dus “gewoon” vanaf het begin om de vernietiging van Israël en dat is nooit meer veranderd.

Al die “vredesprocessen” zijn voor de “Palestijnse” maffia’s, van Arafat tot Abbas tot Hamas, altijd een leugen speciaal voor consumptie in het Westen geweest. Maar in 1967, toen Israël, na opnieuw aangevallen te zijn, Samaria-Judea bezette, werd het statuut van de PLO ineens veranderd en werd er plotsklaps soevereiniteit geclaimd van een “Palestijns volk” over Gaza en “de Westbank” (Samaria-Judea). Die twee regio’s moesten dus nu plotseling ook “bevrijd” worden toen niet meer Egypte en Jordanië, maar Israël er de baas was. Na 1967 was er dus ineens dat “Palestijnse volk” en die “nationale bevrijdingsstrijd” tegen het “Zionistisch imperialisme”.

De aanslagen, die nooit waren opgehouden, gingen door met alleen al in 1968 47 dode Israëlische burgers en 247 dode Israëlische soldaten. Van 1968 tot 1970 bleef Egypte aanvallen uitvoeren op Israëlische posities in de Sinaï ten koste van 200 Israëlische doden. In 1971 verdreef koning Hoessein van Jordanië de “Palestijnen”, omdat ze zijn koninkrijk dreigden over te nemen. Daarbij vielen in september 1971 onder de “Palestijnen” tussen de vijf- en tienduizend doden. Een terreurgroep daarnaar vernoemd, “Zwarte September”. vermoordde elf Israëlische atleten bij de Olympische Spelen van München in 1972. In de tv-uitzendingen  van de huidige “Palestijnse Autoriteit” worden die aanslagplegers nog steeds geëerd.

De “Palestijnen” vluchtten in september 1971 uit Jordanië naar Syrië, dat het nieuwe trainingscentrum voor terroristen werd en naar Libanon. Voor Libanon betekende dat het begin van het einde van de meest kosmopolitische en tolerante samenleving in het Midden Oosten: de “Palestijnen” zorgden voor een alsmaar escalerende burgeroorlog.

“Disproportioneel”

“Disproportioneel” is nog zo’n kosmisch leugenachtig zwart-gat-woord waarin hele zonnestelsels aan waarheid verdwijnen. Het verwijt dat Israël “disproportioneel” zou reageren is een perversie: de terreurbewegingen PLO en Hamas hebben niet alleen altijd naar willekeur Israëlische burgers vermoord, maar als dat moorden gebeurde met raketten, bijvoorbeeld vanaf hun eigen grondgebied in Gaza of Libanon, dan deden ze dat expres vanuit zo dicht mogelijk bevolkte gebieden om, als Israël terugsloeg, de eigen burgerdoden te maximaliseren om dat feit dan weer propagandistisch uit te buiten. Ook tijdens anti-terreur-operaties van de Israeli Defense Force, het IDF, het Israëlische leger, in Libanon of Gaza, zoeken de terroristen expres de bevolkingscentra op om vandaar uit hun mortieren en raketten af te schieten.

De derde aanval van de Arabieren: Jom Kipoer, 1973

Op de morgen van een belangrijke Joodse feestdag, Grote Verzoendag, op een moment dat de meeste Israëli’s al meer dan 12 uren vasten achter de rug hadden en in de synagoge waren, vielen de Egyptenaren vanuit het zuiden en de Syriërs vanuit het noorden totaal onverwacht met straaljagers en tanks Israël aan. Van de 380.000 getrainde Israëlische soldaten en reservisten moesten 300.000 plotseling op het geluid van de sirenes uit hun burgerleven en de synagoge hun uitrusting thuis ophalen en naar hun eenheden. Het was voor de Israëli’s een harde oorlog, zowel in het zuiden in de Sinaï tegen Egypte als in het noorden op de Golanhoogte tegen Syrië – 2.522 Israëlische soldaten sneuvelden – maar Israël won.

                             Ga eens kijken op de Golan-hoogte

Het bedrog van de Oslo-akkoorden: 1993

In 1993, onder de pas aangetreden Clinton, kwamen niettemin de zogenaamde Oslo-accoorden tot stand en ondertekenden Rabin en Arafat een “Verklaring van Principes” die beschreef langs welke lijnen en onder welke voorwaarden er bevoegdheden werden overgedragen aan een “Palestijnse Autoriteit” (PA) in Gaza en “op de Westbank” (in Samaria-Judea).

De terreur van de PLO en van een nieuwe terreurorganisatie in Gaza, Hamas (“ijver”) geheten, stopte echter niet, terwijl toch Arafat zelf nu verantwoordelijk was voor de binnenlandse veiligheid. Binnen anderhalf jaar na het tekenen van de “Verklaring van Principes” werden 120 Joodse burgers en soldaten slachtoffer van PLO- en Hamas-terreur. In Tel Aviv werden in 1994 en 1995 zware zelfmoordaanslagen gepleegd met tientallen doden en zwaargewonden. Achteraf weten we dat in de periode van 1993 tot 1998, dus de periode dat volgens de Oslo-akkoorden de “Palestijnse” terreur had moeten stoppen, er 5 keer zoveel aanslagen werden gepleegd als in de periode 1988-1992.

Ook weten we achteraf dat de opdracht aan de PA, om te stoppen met Jodenhaat verbreiden in de scholen en via de media, niet werd opgevolgd: integendeel, de haatcampagne werd opgevoerd. In uitingen bestemd voor westerse oren spraken de PA-leiders, en vooral Arafat, van vrede, maar in hun uitingen bestemd voor de Arabische wereld lieten zij er geen misverstand over bestaan dat hun doel hetzelfde bleef: Israël vernietigen. Vanwege de doorgaande aanslagen weigerde de in1996 aangetreden Netanyahu verder met Arafat te onderhandelen en versnelde hij  de bouw van nederzettingen in Samaria-Judea (“op de Westbank”). Netanyahu was ervan overtuigd dat die bouw van nederzettingen de veiligheid van Israël ten goede zou komen, dat wil zeggen als Israël overal en permanent vele voelhorens aldaar zou hebben.

Netanyahu zei in 1997: “Vrede zal niet tot stand komen langs de bestandslijnen van 1967. Israël zal zich niet meer laten reduceren tot een kwetsbare gettostaat aan de kust van de Middellandse Zee.”

Terroristenhoer Gerdi Verbeet knuffelt een collega-Holocaustvoorbereider: Mahmoud Abbas

Blijvend Palestijns “nee” na 2000

In het jaar 2000 in Camp David onder supervisie van president Clinton bood Ehud Barak aan Arafat meer dan 90% van Samaria-Judea (“de Westbank”) aan. Arafat weigerde het aanbod en organiseerde direct een nieuwe “intifada” (= “afschudding”, namelijk van het gruwelijke juk van de Israëlische bezetter) met als voorwendsel een bezoek van Sharon, toen oppositieleider, in september 2000 aan de Tempelberg. In 2005 trok het Israëlische leger zich terug en zetten de “Palestijnen” zich aan het vernielen van de positieve infrastructuur die de Joden daar hadden achtergelaten en veranderden Gaza in een lanceerplatform voor raketten richting Israël. Raketaanvallen vanuit Gaza op Israël vervijfvoudigden na 2005, nadat de PA verantwoordelijk was geworden voor het “gezag” in Gaza.

Toenmalige premier Olmert heeft in 2008 opnieuw een nóg genereuzer voorstel gedaan aan de opvolger van de in 2004 overleden Arafat, Mahmoud Abbas. Olmert´s voorstel van 2008 ging dus nóg verder dan dat van Barak in 2000 onder supervisie van Clinton en gaf Abbas voor 98% zijn zin. Het antwoord was, zoals altijd: nee. De conclusie moet dus zijn dat de “bezetting” van Samaria-Judea niet de oorzaak is van de voortgaande “Palestijnse” terreur en onwil:

1) Er was al sinds 1920 terreur tegen Joodse aanwezigheid überhaupt en later tegen Israël zelf.
2) De PLO, met in het handvest het voornemen Israël te vernietigen, werd al opgericht in 1964, dus drie jaar voordat de Arabische landen voor de tweede keer Israël aanvielen en toen Egypte nog meester was in Gaza en Jordanië in Samaria-Judea.
3) In de hele Arabische wereld, maar vooral in het “Palestijns” onderwijs en de “Palestijnse” media,  wordt constant Jodenhaat en de vernietiging van Israël gepropageerd: daar zit dus nog steeds een lange-termijn-plan achter.

Wie wil weten hoe intens de opvoeding tot rancune en haat, in de scholen en via de media, in de “Palestijnse” gebieden altijd is gebleven, moet eens een tijdje neuzen op Palestina Media Watch.

Amedien Jihad neemt afscheid van zijn gehoor na een publieke uitbarsting van krankzinnigheid in de VN

“Internationaal recht”

In mijn vrij recente stuk,  “Leden van The Rights Forum zijn antisemieten en pogrom-voorbereiders”, bespreek ik het misbruik rond Israël van de woorden “internationaal recht” door types als Dries van Agt en Hans van den Broek.  Een fundamenteel opstel over dat “Israël en het internationale recht”  is geschreven door vriend Roelf-Jan Wentholt. Wie meer wil weten moet die twee artikelen raadplegen. Hier volsta ik met een paar vaststellingen. Een legitiemere staat dan Israël heeft ter wereld nooit bestaan, in universeel morele en volkenrechtelijke zin. Ik zei het hierboven al, maar ik herhaal het nog eens: Israël had na twee keer (1948 en 1967), maar al helemáál na drie keer (1973), het volste recht het héle Midden-Oosten te bezetten en niet meer weg te gaan tot de regio heropgevoed zou wezen. Ik snap dat ik nu iets kosmisch illussoirs zeg, vooral wat betreft die mogelijkheid tot heropvoeden.

Alleen maar die Westbank (Samaria-Judea) “bezetten” in 1967 was dus véél te klein bier. En daar kwam bij dat het zelfs technisch geen “bezetting” was en is. Want de enige reden dat Israël aldaar het bewind voert is dat de Arabieren geen vrede wilden sluiten. Herinnert men zich het drie keer nee van Khartoem uit 1967? Nee tegen vrede, onderhandelingen en erkenning.  Dus wat moest Israël? Ontruimen en wachten op de volgende genocidale oorlog? Die is er sowieso tóch gekomen: de Jom Kippoer-oorlog van 1973.

Misschien toch even nog een detail voor wie een vreemdeling is in Jeruzalem en niks weet van die resolutie 242 van de VN uit 1967 die altijd weer tegen Israël in stelling wordt gebracht.  Die resolutie veroordeelt niet “de agressie van Israël”, vraagt wél om Samaria-Judea te ontruimen, maar alléén als Israël vrede krijgt toegezegd achter veilige grenzen. (Wie riep daar “Khartoe-hóé-hóém!!!”?)

De rest van de “resoluties” van die VN mag van mij door de plee worden gespoeld, omdat ze na 1967 zijn aangenomen en dat zijn jaren waarin de in 1969 opgerichte “Organisation of the Islamic Cooperation” (OIC) de VN in toenemende mate beheerste. Dit OIC is een vereniging van islamitische misdadigerstaten – als dát geen tautologie is! – die als een blok in de Algemenen Vergadering van de VN opereren en die, als ze niet bezig zijn met resoluties tegen Israël aan te nemen, zich onledig houden met over “islamofobie” te leuteren, dat wil zeggen, met pogingen kritiek op de nazislam verboden te krijgen. Het is daarom dat ik al enige tijd voor de letters VN invul: Verenigde Nazi’s.

Maar ga in elk geval voor de technicaliteiten dat basale stuk van Roelf-Jan Wentholt lezen.

Anti-terreur-barrière

Hamas won via terreur de “vrije verkiezingen” van 2006 in Gaza van de PLO. Dat betekende dus voortgaande aanslagen in Israël. Ook vanuit Samaria-Judea bleven eindeloze reeksen aanslagen tientallen doden en honderden gewonden eisen. Om daaraan een einde te maken, is er ongeveer langs de zogenaamde “Groene Lijn” – dat is de bestandslijn van 1949 tussen Jordanië en Israël – door Israël een 760 kilometer lange anti-terreur-barrière gebouwd, die op plekken waar scherpschutters vanaf  “Palestijnse” daken aanslagen zouden kunnen plegen, voor 10% bestaat uit een betonnen muur van 8 meter hoog . Voor de rest (90%) bestaat het uit een hek waarlangs een “No-Go-Area” van 6 meter met op vele plaatsen een soort “antitankgracht”.
_________________________

Noten

(1) Op 16 mei 1948, dus twee dagen ná de onafhankelijkheidsverklaring, zond de officiële Israëlische radio de volgende verklaring uit in het Hebreeuws en Arabisch, terwijl de “elites” van vijf Arabische naties een genocidaal bedoelde aanval hadden losgelaten op de twee dagen oude staat:

“Hoewel wij tot een woeste oorlog zijn gedwongen, behoren wij niet te vergeten, dat binnen onze grenzen leden van het Arabische volk de rechten behoren te genieten van burgers en dat de meesten deze oorlog haten. Wij moeten hun rechten op een gelijk niveau handhaven met die van alle burgers. Wij zien uit naar vrede en strekken onze hand uit om hun medewerking te verkrijgen bij het opbouwen van ons vaderland. Burgers, laat ons de integriteit van ons jonge vaderland handhaven.” (Efraim Karsh, “Palestine Betrayed”, 236)

(2) Arthur Koestler schreef:

“Deir Yasin heeft zijn beruchtheid, omdat het een uitzondering was; en in elk geval begingen de Joden geen individuele daden van sadisme (. . .) Maar op andere plekken werden de lijken van Joden die in Arabische handen waren gevallen gecastreerd gevonden en met hun ogen uitgestoken. ( . . .) Voor ik Tel Aviv verliet heb ik de hand gelegd op een collectie foto’s die ik aan Alexis Ladas van de Commissie van de Verenigde Naties heb doorgegeven. Ze tonen grinnikende mannen in Arabische uniformen poserend voor de fotografen met hun bajonetten verzonken in een stapel naakte en verminkte lijken en dergelijke ( . . . ) ik vermeld dit onderwerp met tegenzin ( . . .) dit soort zaken is niet begonnen met de oorlog; vanaf de dag van de eerste Joodse nederzettingen, was een Jood als hij de langs de kant van de weg vermoord werd gevonden bijna altijd verminkt.” (Arthur Koestler “Promise and Fulfillment”, 224)

Inmiddels weten we dat Deir Yasin zélfs geen uitzondering was, in die zin dat de Joodse strijdgroepen hier onnodige wreedheden zouden hebben begaan. David Meir Levi heeft de kwestie Deir Yasin geanalyseerd. Nadat de strijd gestreden was en de Joodse strijdgroep Irgoen de krijgsgevangenen had verzameld, gebeurde er in de woorden van Meir Levi dit:

“Vervolgens, terwijl ze nog steeds een groep vormden, nog steeds gekleed als vrouwen en nadat ze zich hadden overgegeven en akkoord waren gegaan met krijgsgevangenschap, opende een aantal van de Irakezen opnieuw het vuur met wapens verborgen onder de vrouwenkleding. De strijders van de Irgoen werden hierdoor verrast, nog een aantal van hen werden gedood en anderen openden het vuur op de groep. Irakezen, die zich inderdaad hadden overgeven, werden samen gedood met degenen die alleen maar gedaan hadden alsof en vervolgens toch het vuur hadden geopend.” (David Meir-Levi, “History Upside Down”, p. 70).

Het andere voorbeeld van “Joodse terreur” dat altijd wordt aangehaald, is de aanslag op het King David Hotel in Tel Aviv in 1946, gericht tegen de Engelse politiek om Europese Joden tegen te houden die naar Israël wilden. Maar er waren van tevoren drie telefoontjes uitgegaan om te waarschuwen dat het hotel ontruimd moest worden. Volgens Menachem Begin, die toen leider was van de Irgoen en die de aanslag pleegde, werd op een van de telefoontjes door een Engelse ambtenaar geantwoord: “Wij nemen geen orders aan van Joden.” Onder de slachtoffers waren ook 15 Joden.

(3) De ideologische scholing van Arafat werd in de praktijk verzorgd door Ion Mihai Pacepa, hoofd van de militaire inlichtingendienst in Roemenië. Ik vertaal en citeer nu Meir-Levi  (“History upside Down”, p. 30):

“Maar terwijl Arafat tenslotte de lessen die hij had geleerd van zijn Roemeense en Noord-Vietnamese gastheren en coaches oppikte en toepaste, waren de Sovjets, zoals Pacepa het beschrijft in ‘Red Horizons’, nog steeds niet zeker van zijn betrouwbaarheid. Dus maakten ze, met Pacepa’s hulp, een zeer speciale “verzekeringspolis”. Gebruik makend van de goede diensten van de Roemeense ambassadeur in Egypte filmden de Sovjets Arafat’s bijna elke avond plaats vindende homoseksuele interactie met zijn lijfwachten en met de ongelukkige weesjongetjes, jonger dan tien, die Ceauçescu aan Arafat leverde als onderdeel van de ‘Roemeense gastvrijheid’. Met videotapes van Arafats gulzige pedofilie in hun kluizen en op de hoogte van de traditionele houding jegens homoseksualiteit in de islam, was de KGB van gevoelen dat Arafat een betrouwbare aanwinst was voor het Kremlin.”

(4) Ik citeer David Meir-Levi:

“De Jordaanse bezetting van de Westbank en de Egyptische controle van de Gazastrook waren gekenmerkt door totalitaire repressie. In de woorden van Arafat zelf voerden de Egyptenaren de Palestijnen in 1948 in vluchtelingenkampen, sloten ze op achter prikkeldraad, zonden spionnen naar binnen om de Palestijnse leiders te vermoorden en executeerden diegenen die probeerden te vluchten. Er was geen enkel Palestijns protest tegen deze onderdrukking in naam van enige zelfbeschikking, die hen zou zijn geweigerd.”

Literatuur

De literatuur over Israël is natuurlijk niet te overzien. Maar het allerbelangrijkste is het werk van Efraim Karsh over “1948”:

Efraim Karsh, “1948, Israel, and the Palestinians: Annotated Text”: in: Commentary: (Als jaar van verschijnen geeft Commentary op zijn website 1970, maar dat is onzin, dat moet 2008 zijn.)

Efraim Karsh, “Palestine Betrayed”, (Yale University Press, 2010)
Efraim Kars “Reclaiming a historical truth”, Haaretz, 10-06-2011:

Totdat Karsh met zijn studies kwam, werd het veld beheerst door de Israëlische “historici” Benny Morris, Ilan Pappé en Avi Shlaim. Vooral Morris en Pappé zijn door Karsh als bronnenvervalsers aan de kaak gesteld in zijn “Fabricating Israeli History” (Revised Edition 2002).

Over de welvaart en de dynamiek die de Joden vanaf 1880 in Palestina brachten: George Gilder, “The Economics of Settlement”, American Spectator, juni 2011: Ingeleid en vertaald door mij als “De Economie van Nederzetting: Joden en Palestijnen sinds 1880”.

Efraim Karsh zegt in een recent artikel dat, nadat Israël in 1967 in een gerechtvaardigde verdedigingsoorlog Samaria-Judea (“de Westbank”) had bezet, de levensstandaard van de “Palestijnen” dramatisch verbeterde. Gedurende de “bezetting” kwam Samaria-Judea op de 4e plaats van snelst groeiende economieën (vóór Singapore, Hong Kong, Korea en vér voor Israël zelf), rees de levensverwachting van 48 jaren naar 72 jaren, daalde de babysterfte van 60 naar 15 per 1000, steeg het aantal universiteiten van 0 naar 7.

De geschiedenis van Palestina, vanaf de verovering door de Arabische moslims in 638 is, voor zover ik weet, vooral fragmentarisch beschreven. Dat wil zeggen dat men in bijvoorbeeld Andrew Bostoms “Legacy of Islamic Antisemitism” of Martin Gilberts “In Ishmaël’s House” moeizaam de index moet raadplegen en dan een twintigtal brokjes splinterinformatie vindt op verschillende pagina’s door heel het boek.

In het Vlaamse “Joods Actueel” van 4 juni 2009: “Joodse aanwezigheid in het heilige land door de eeuwen heen”. Dit is geschreven door een collectief dat opereert onder de naam Savasorda.

Hier een opsomming van de bijdragen van “Savasorda”, bijvoorbeeld:”De fraude van Ilan Pappé“, “De Palestijnse vluchtelingen“, “Grondeigendom in Israël”.

Ik denk dat de essentie van de geschiedenis van 1300 jaar Palestina onder moslimheerschappij wel het kernachtigste wordt samengevat op deze website onder de titel “When Palestinian Jews Were Under Muslim Rule”:

“The lawful humiliation of the non-Muslim was a fact of life. The degree of harshness of the persecution depended on the whim of the particular ruler. Arab dominion over non-Muslims was reminiscent of the nation of Amalek of biblical infamy.”

‘Amalek represents that principle which judges the dignity of men and nations solely in terms of visible power and domination. It is willing to condone any act as long as it results in successful conquest. It will tolerate only that which it fears or that which it can safely despise.’ (Rabbi S.R. Hirsch, Collected Writings II, p.414).”

Voor wie algemeen en kort geïnformeerd wil worden:

David Meir-Levi, “History Upside Down: The Roots of Palestinian Fascism and the Myth of Israeli Aggression”, (Encounter Books, 2007)

Yochanan Visser, “Israël aangeklaagd: de cognitieve oorlog tegen de Joodse staat”, (Chai Pers, 2011).

Websites

En dan zijn er de zeer vele websites: Missing PeaceThe Jewish Virtual Library, Mitchell Bard “Myths and Facts, Vlaamse Vrienden van Israël,  Likoed Nederland, weblog Ratna Pelle,  Vrije Encyclopedie van het Conflict Israël-Palestina, Elder of Ziyon, Sultan KnishMEMRI, Palestinian Media Watch en nog honderd andere websites die ik niet ken of vergeet.

Tenslotte: op internet staan drie zeer instructieve 5-minuten-filmpjes van onderminister van BZ van Israël Danny Ayalon: “Occupation Westbank”; “Peace Process”; “Refugee Problem
________________________

Link naar dit stuk bij E. J. Bron