Screenshot_3Screenshot_4

Dit is het eerste deel van een tweeluik. Deel II is hier te vinden.

(Door: Martien Pennings)

De eer van het ontdekken van het belangrijke boek en artikel waarvoor ik hier aandacht vraag, komt toe aan de webmaster van deze site, Bert Bron. Wij spreken elkaar wel eens telefonisch en dan zegt hij wel eens meer dat hij een aardig artikel heeft ontdekt. Maar deze keer was hij wel zeer bijzonder erg enthousiast. En slechts langzaam kreeg ik in de gaten  dat zulks helemaal terecht was. Het boek van Emmet Scott zou wel eens een paradigmawisselaartje kunnen zijn, een boek dat een nieuwe periode inleidt in de historiografie over de verhouding islam en christendom. Al mag Samuel Huntingtons “Clash” natuurlijk ook blijvend aanspraak maken op die eer.

Het betreffende artikel is het laatste hoofdstuk uit het boek van Emmet Scott, “Mohammed and Charlemagne Revisited”. Het artikel was oorspronkelijk vertaald door Bert uit het Duits, maar wij, Bert en ik,  kregen in de gaten dat die Duitse vertaling van de oorspronkelijke Engelse tekst krakkemikkig was. En dus heb ik het opnieuw vertaald, rechtstreeks vanuit het Engels.  Wel had die Duitse vertaler heel aardige tussenkopjes aangebracht – die ontbreken in de oorspronkelijke Engelse versie – en die heb ik grotendeels gehandhaafd.

En nu ter zakelijke inleiding: Emmet Scott is gespecialiseerd in Oude Geschiedenis en dat heeft, behalve met Griekenland en Italië,  meestal alles te maken met het gebied dat we nu het Midden-Oosten noemen.  Scott heeft dus dat nieuwe boek gepubliceerd, waarvan de volledige titel luidt:

“Mohammed and Charlemagne Revisited: The History of a Controversy”.

Dat woord “revisited” slaat op een fameus boek van de bekende Belgische mediaevist Henri Pirenne (1862 – 1935) “Mahomet et Charlemagne” dat postuum in 1937 verscheen. Dat boek van Pirenne en de daarin vervatte these worden dus “opnieuw bezocht”door Emmet Scott.

Eerst maar eens duidelijk maken wat dan die these van Pirenne was. Volgens Pirenne waren de  invallen van zogenaamde “barbaren” in het Italië van het Romeinse Rijk in de 5e eeuw NIET de oorzaak van de neergang van Noordwest-Europa en van het neerdalen van “de duistere Middeleeuwen”. Pirenne bewees dat in Noordwest-Europa de sociaaleconomische structuren en de handel met het Verre en Midden-Oosten na de 5e eeuw intact bleven. Pas met de opmars van de islam in de 7e en 8e eeuw begint volgens Pirenne de neergang. Na 732 – (de slag bij Poitiers, waar Karel Martel de opmars van de islam tenslotte tot staan bracht) – werden de handelsroutes via de Middellandse Zee door de vijandige moslims afgesloten. Daarna pas, zegt Pirenne, komt de economische neergang, verdwijnt de geldcirculatie en ontstaat een autarkische, domaniale en feodale landbouweconomie. Daarom laat Pirenne de Middeleeuwen niet in de 5e maar in de 8e eeuw beginnen.

En wat levert het hernieuwde bezoek door Emmet Scott aan de Pirenne-these van 1937 aan nieuwe inzichten op? Dat de economie wel veranderde, maar niet veel slechter werd, omdat  West-Europa, teruggeworpen op zichzelf, inventiever werd in allerlei opzichten. Misschien lag de kiem voor de wetenschappelijke houding die later opbloeide in het Westen wel hier, zegt Scott. Maar er was niet genoeg inventiviteit om één bepaald product te vervangen: papyrus, gemaakt van planten die groeien langs rivieren in het Midden-Oosten en Egypte.  Perkament kon lang niet in de vereiste hoeveelheden aangemaakt worden.

De grote negatieve invloed van de veroveringen van de islam lagen volgens Scott niet op materieel, maar op intellectueel en moreel gebied. Afgezien dus van die prikkel voor de inventiviteit. Hij meent dat de “middeleeuwse wereld” van West-Europa nooit in die vorm ontstaan zou zijn zonder de verderfelijke werking van de islam. Het zou er anders, zonder de islam, een stuk “Romeinser” aan toe zijn gegaan. Byzantium zou zijn doorgegaan met het verhogen van het culturele niveau van het Westen. In Europa zou de Renaissance, dus het opnieuw opbloeien van de klassieke beschaving, misschien wel 500 jaar eerder hebben plaats gevonden. Misschien zou in de late 7e eeuw heel West-Europa zijn gaan lijken op het toenmalige Byzantium, met een bloeiende stedelijke cultuur. De raids van de Vikingen zouden nooit zo destructief hebben kunnen zijn. Die 400 jaar voorafgaande aan de Eerste Kruistocht (1096) zouden nooit zoveel terreur, lijden en verwoesting in het Zuiden van Europa hebben opgeleverd, want  . . . . er zou geen islam geweest zijn. Er zouden überhaupt geen Kruistochten geweest zijn.

Het ontbreken van Viking-invloed maar vooral van moslim-invloed zou hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van een vreedzamere cultuur. Zonder de islamitische inwerking zou de bijzonder kwaadaardige vorm van antisemitisme die Europa vanaf de 11e eeuw teisterde waarschijnlijk niet zijn ontstaan. Zonder de invloed en de voortdurende dreiging van de islam zou er waarschijnlijk minder paranoia, kettervervolging en heksenwaan zijn geweest. De Inquisitie, het vervolgen van “ongelovigen” heeft West-Europa volgens Scott ook al van de islam geleerd. Met name op Spanje heeft de islam een barbariserende inwerking gehad. En waar kwam die Inquisitie ook alweer vandaan? Juist! Zonder die barbariserende invloed en met name zonder het islamitische voorbeeld van de slavernij, dus zonder een moreel en geestelijk gecorrumpeerd christendom, zou wellicht de wreedheid in de15e eeuw in Nieuwe Wereld [de Amerika’s] en in sub-Sahara-Afrika niet hebben plaats gevonden.

Deze insteek van Scott ondersteunt op een fundamentele manier mijn stelling – waarvoor ik  intellectueel in de schuld sta bij Ibn Warraq en Andrew G. Bostom – dat de islam een nazisme avant, pendant et après la lettre is. Ik heb uitgelegd – hier het uitgebreidst en hier korter en hier het kortste –  dat de islam een eigen traditie heeft van antisemitisme, die versterkt werd via het nazisme en zelfstandig na 1945 de grootste bron van Jodenhaat in de wereld is gebleven. En dat nazisme zou dus in laatste instantie wel eens een verlaat product kunnen zijn van islamitische invloed, namelijk via een gecorrumpeerd christendom, gecorrumpeerd met name door Jodenhaat. Hitler was een groot fan van de islam. En het “Heilige Römisches Reich Deutscher Nation” was een integrerend onderdeel van de mythologie van het nazisme en van “Das Dritte Reich”, compleet met een te paard zittende ridder Hitler in witte wapenrusting. Het nazisme als product van de islam en de islam terugbevrucht door het nazisme? Diep verwant zijn ze in elk geval.

Als je bij Amazon.com gaat kijken kan je een hele controverse over dat boek vinden, maar mijn natte vinger, mijn onderbuik, mijn nekharen én mijn theewater zeggen alle vier dat het boek van Scott een goed boek is. Je bent vakhistoricus of je bent het niet! Over vakhistorici, Arabisten, Midden-Oostendeskundigen en islamgeleerden gesproken: dat zijn tegenwoordig bijna allemaal idioten. Hans Jansen, Machteld Allan en Afshin Ellian niet te na gesproken. En in Amerika heb je natuurlijk Robert Spencer, Daniel Pipes, David Wood, David Horowitz en nog wel een paar namen.

Maar wat heb je nou in Nederland uit de academische wereld? Ik kom behalve die paar verstandige mensen die ik hierboven heb genoemd alleen maar op een paar leipenisten. Bijvoorbeeld in Leiden de door Qatar betaalde Maurits Berger (“Islam onder mijn voorhuid”).  Dan heb je nog die zeiksnor van de UvA (hoe heet-ie ook alweer?) die zijn studentes neukte en met herpes besmette en die ik zelf ergens rond 2008 sé-rí-éús heb horen zeggen dat hij de dag zou prijzen waarop de eerste moslima in boerka het spreekgestoelte van de Tweede Kamer zou bestijgen. De hele PvdA-top was onder zijn gehoor, inclusief Wouter Bos! Maar de enige die geëmotioneerd zijn mond open trok was Eddy Terstall.

Wie nog? Jan Schoonenboom, mede-auteur van het WRR-rapport “Dynamiek in islamitisch activisme. Aanknopingspunten voor democratisering en mensenrechten”. WRR, dat betekent “Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid”. Ik heb die Schoonenboom zelf in april 2006 voor de Nederlandse televisie horen zeggen dat er eens iets minder over de islam gepraat zou moeten worden in Nederland en dat het dan vanzelf goed zou komen.

Wie nog? Petra Stienen, die prijswinnend getypeerd werd door Hans Jansen en van wie ik ooit eerder dit zei:

“Het meest gewóón links-leipenistisch vond ik nog die Petra Stienen, een ´Midden-Oosten-deskundige´ die je het best kan leren kennen als je hier gaat kijken op 4:05 waar ze, gezeten in een panel naast de intellectuele terrorist Tariq Ramadan , uitlegt dat het juist heel goed was om vlak na de aanslag op de Twin Towers haar pas geboren dochter een Arabische naam te geven. Let op die intense slachtofferigheid en de fokking selfrighteousness waarmee ze het brengt. Enfin, Stienen is niet uit de media weg te slaan en zo´n beetje vaste gast bij Pauw & Witteman, nadat ze een diepmenselijk prachtboek had geschreven over de ´Arabische Lente´. Ze was ook nog hoofdpersoon in ´Het Mooiste Meisje van de Klas´.”

Ik bedoel: bestaat er ergens een serieuze discussie over het boek van Emmet Scott? Geen idee zou ik hebben waar ik zou moeten beginnen met zoeken.  En dat is niet toevallig:  in de officiële Nederlandse academische wereld ben ik ongeveer nog net zo geïnteresseerd als in de Nederlandse mainstream-media.

Zal ik eens wat raar-leuks vertellen? Ik heb in mijn opleiding tot verledenkundige eens een keer een monografie in handen gehad die uit de privébibliotheek kwam van Henri Pirenne met een heleboel aantekeningen in de marge van de meester zelf. Dat was toch wel een moment en ik herinner me zelfs één aantekening letterlijk. Het ging over de inschatting van de omvang van bepaalde gebouwen in de vroege Middeleeuwen en er stond: “Ça me semble au contraire une chose grande!”

Ach, de wonderlijke werking van de menselijke geest. En vooral die van mij. Dus kijk zelf maar wat je het waard vindt, als ik zeg: die Emmet Scott heeft een paradigmawisselend boek geschreven! En de Nederlandse vertaling van het laatste hoofdstuk van het boek komt zaterdag, zondag, maandag, donderdag 25 april op deze site online. Komt dat zien!

Dit is het eerste deel van een tweeluik. Deel II is hier te vinden.

___________________________________________________
Link naar dit stuk bij E. J. Bron