In juli 2021 kwam mijn boek uit: “ISRAËL BESTÁÁT – en is de meest legitieme natie ter wereld”. Op de website “Veren of Lood” verscheen afgelopen zaterdag een recensie van de hand van “Keesje Maduraatje” een pseudoniem voor Kees Broer, die zelf in 2019 een boek publiceerde onder de titel “Vijftig Jaar Palestina Komitee”. Ik recenseerde dat boek, eveneens op” Veren of Lood” en ik was daarover zeer kritisch.

De kern van mijn betoog was het verwijt dat Kees Broer de geschiedenis van dat “Palestina Komitee” schreef zonder de lezer een idee te geven van de grote achtergrond waartegen die geschiedenis zich afspeelde, namelijk de geschiedenis van Israël van de laatste honderd jaar. Wat mij stoorde was dat een lezer van het boek van Broer de indruk kon krijgen dat er een morele equivalentie was tussen Israël en zijn doodsvijanden: de islamitische wereld in het algemeen en in het bijzonder die van de Palmaffia’s vanaf de Moefti van Jeruzalem via Arafat tot Hamas en Abbas. In het aanprijzende voorwoord van ex-communist Prof. Dr. Meindert Fennema vinden we dan ook de zin: “Kees Broer laat zich niet verleiden tot een pro-zionistisch standpunt.”

Precies. En dat vond ik nou de grote makke. Het krakersmilieu en het linkse “anti-zionistische” sfeertje hielden Broer blijkbaar nog genoeg in zijn greep om geen pro-Israël-standpunt te kunnen innemen, althans geen poging te kunnen ondernemen om aan te tonen hoe de goedkeuring van terreur bij de leden van het “Palestina Komitee” – gradueel verschillend per lid — in retrospectief gezien moet worden. Let wel: ik vond en vind niet dat er met behulp van hindsight een generale morele veroordeling moest plaats vinden van deze “anti-zionisten”, maar wel dat er een hoofdstukje gewijd had kunnen worden aan wat elke kritische beschouwer inmiddel kan weten, ondanks de hersenspoeling van de anno 2021 nog steeds door regressief links beheerste mainstream-media: de geschiedenis van de Palmaffia’s is er al honderd jaar een van volgehouden terreur en die van Israël er een van het vinden van een zo humaan mogelijk antwoord erop. En die humane terughoudendheid is misschien slechts gedeeltelijk omdat de Joden een gewetensvolle cultuur hebben, maar ook vanwege de buitenwereld die het Joden heel kwalijk zou nemen als ze definitief en adequaat zouden afrekenen met het pure kwaad van de islamitische jihad.

Ik denk dat Kees zwaarder in zijn  ego geraakt is door mijn kritische recensie van zijn boek dan ik besefte, want de “recensie” die hij van mijn boek pleegde bestaat voor negentig procent uit rancuneuze bagger. Alleen al zo’n openingsparagraafje dat ook al niet uitmunt door literair vermogen:

Jarenlang slaat blogger Martien Pennings je met waarheden over Israël om de oren en is hij boos als iemand een andere mening verkondigt. Die beschuldigt hij dan van het hebben van “oude links-regressieve neigingen”  of in het ergste geval van ‘antisemitisme’. Dat moet je allemaal eens opschrijven, drongen goede vrienden al jarenlang aan.”

Nou, daar hoefden “goede vrienden” niet op aan te dringen, op dat “allemaal opschrijven”, want dat deed ik uit mezelf al sinds minstens 2008, want op dat jaar is het oudste pro-Israël-stuk op mijn website gedateerd:Le Fever en het nos-journaal: kwaadaardig of alleen dom? We hebben het over de Golan.” Het maakt deel uit van een lijst van meer dan 300 stukken die tot in dit jaar 2021 reikt.

Wie afgaat op de “recensie” van Broer zou misverstandelijk de indruk kunnen krijgen dat het vol staat met scheldkanonnades. Als ik alleen de keren tel dat Broer expliciet een vorm van het werkwoord schelden gebruikt in zijn veelvuldige verwijten aan mij dat ik te grof in de bek ben, dan kom ik tot zes. Een keer of twintig, schat ik, geeft Broer toch wel aan dat ik eens wat beleefder zou moeten zijn tegen de “anti-zionistische“ collaborateurs met de jihad.

Broer: “( . . .) als je mensen voortdurend uitscheldt voor “Palmaffia”, “regressief” en “betonkop”, dan zullen die mensen niet tot luisteren geneigd zijn.

Ja, het is verschrikkelijk. En dan te weten dat ik op last van de uitgever flink aan het werk ben geweest om zelfs matig beledigende invectieven uit mijn manuscript te schrappen. Zo kon de uitdrukking “moslimisch geklede baardmeneer” in de hieronder weergegeven context voor de uitgever niet door de beugel:

“( . . .) een citaat uit “De Woede en de Trots” van Oriana Fallaci, waarin beschreven wordt hoe een drietal vrouwen in boerka op een parkeerplaats in Kaboel (Afghanistan) uit de achterkant van een bestelwagen stappen en vervolgens ter plekke casual met een nekschot worden afgeknald door een moslimisch geklede baardmeneer.”

Zo heb ik stiekem wél kunnen laten staan “motorrijdende leernicht” en wel in de volgende zin: “( . . .) Thomas von der Dunk (Volkskrant), een motorrijdende leernicht met heel veel begrip voor het geloof dat inspireert tot het gooien van homoseksuelen van hoge flatgebouwen.”

Ach ja: de mensen hebben zo hun prioriteiten. De lezer kan dat allemaal controleren, want dit heerlijke boek staat ook gewoon voor iedereen te raadplegen on-line en daar heb ik natuurlijk géén aanpassingen gepleegd. Die lezer kan ook deze passage in de Inleiding opzoeken:

 “Ik ben hoe dan ook dankbaar dat ik die razende woede heb mogen voelen waaruit mijn invectieven voortkwamen. Daar ga ik op mijn sterfbed met tevredenheid op terugkijken!”

Het is overigens een vergissing dat — zoals Broer meent — mijn doctoranduswording in 1989 gebeurde olv Maarten van Rossem, want dat was bij wijlen Herman Beliën en Rob Kroes, van welke laatste ik mij bij de uitreiking van mijn bul de mondelinge laudatio herinner: “U hebt een periode van politieke controverse beschreven waarin u zelf actief was. Dat leidt meestal tot intellectuele rampen, maar u hebt dat voortreffelijk objectiverend gedaan.” Maarten van Rossem was wel lid van de commissie die mij in 1989 de “Lawrence J. Saunders Award” van het “Roosevelt Study Center” toekende.

Tsja, Ik moet zeggen dat ik blijkbaar veel van dat objectiverend vermogen moet hebben verloren want Broer kan in mijn boek weinig “objectiverends” ontdekken:

“Martien Pennings problematiseert nergens in het boek. Pennings weet, stelt en vertelt de waarheid in hoofdletters.” 

En

“Martien Pennings stelt geen vragen, maar geeft antwoorden. Dat doet hij het liefst met zo grof mogelijk taalgebruik om de waarheid van zijn stellingen nog eens te onderstrepen. Eén van de stellingen in het boek: “Arabierië en Iran (zeg maar: de Islam) willen de Joden vermoorden. Je kunt er nog aan toevoegen: in samenwerking met Westers regressief-links, maar dat is het dan ook wel in a nutshell.”

Nou heb ik die laatste stellingname — de Arabieren willen de Joden vermoorden — toevallig ontleend aan iemand die zijn halve leven lang de “Palestijnse kwestie” heeft “geproblematiseerd”. Kennen we Dennis Prager, van Prager University? Die van de slogan “Give us five minutes and we will give you a semester”. Ja, aan die vijf-minuten-video’s van Prager University ligt veel “problematisering” ten grondslag voordat de conclusies en resultaten in een helder betoogje van vijf minuten terechtkomen. Enfin, diezelfde Dennis Präger zei, na dat halve leven Palmaffia’s-problematiseren dit:

“It is a very simple problem to describe: one site wants the other dead. And if they didn’t there would be peace.”

Inmiddels is de betreffende vijf-minuten-video waarin Prager deze uitspraak doet, van YouTube verwijderd en ik heb vernomen dat de hele Prager-University door YouTube is verbannen. Ik heb, voordat ik de onontkoombare conclusie van deze man onafhankelijk kon onderschrijven, toch ook een jaar of vijftien “geproblematiseerd”. Ik geloof dat Broer graag had gezien dat ik in een voortdurend onderzoek van enerzijds-anderzijds — dat hij dan in detail op de pagina’s van mijn boek zou willen kunnen volgen — tot een genuanceerd oordeel zou zijn gekomen. Het grote punt is echter: naarmate ik me er meer in verdiepte, bleek er geen “anderzijds” te bestaan. Er bleken aan de zijde van de Palmaffia en Palmaffiaverdedigers alléén maar leugens en verzwijgingen te bestaan. Ik heb er vijftien jaar over gedaan om door die mist heen te komen van islamitische, “anti-zionistische” en links-regressieve propaganda..

Wel raar overigens dat Broer die mij óverduidelijkheid verwijt, tegelijk kan zeggen: “Terwijl ik de inhoudsopgave van het boek van Martien Pennings doorlees en mij afvraag wat deze anti-Islam-activist nu eigenlijk wil bewijzen ( . . .).”

“Deze anti-islam-activist”: man-man-man-man . . . . . .

Overigens: ik spreek mezelf ook wel eens tegen, maar dan bewust en in één adem.

“Aan het einde van de inleiding stuit ik op een opmerkelijke doelstelling van het boek: ‘Dit boek is geschreven met de bedoeling de betonnen koppen van regressief-links Nederland te penetreren, terwijl ik tegelijk géén illusie heb dat dit boek gelezen gaat worden door datzelfde narcistisch-hedonistisch Nederland’. Deze zin typeert in hoge mate de persoon Martien Pennings, omdat hij blijkbaar heel hard schreeuwt tegen een groep mensen, waarvan hij niet gelooft, dat ze naar hem luisteren.”

Precies: ik heb zo langzamerhand geen enkele illusie meer dat er regressief-linksen zijn die zelfs maar bereid zijn tot kennis nemen van een radicaal andere visie en tot argumentatie. Ze zijn volstrekt en hermetisch dichtgetikt. Dat geldt dus niet voor mij: ik zit niet in een bubbel, ik heb vijftien jaar niks anders gedaan dan juist mij begeven in de bubbel van “de Anderen” van de mainstream dus, van regressief-links dus en ik ben al die jaren al bezig ze op vooral de terreinen van islam en Israël aan te vallen.

Broer: “Veertien jaar geleden deed de schrijver van zich horen door, tijdens een podiumdiscussie in debatcentrum De Rode Hoed, luid schreeuwend op te springen en tegen de Islam te fulmineren.  Deze act wordt door Margalith Kleijwegt in Vrij Nederland (11-12-2007) beschreven: “ De boze bloggers van de Rode Hoed, ik moet het land redden. Martien Pennings over die discussieavond over de Islam in de Rode Hoed : ‘De grijze figuur in dat zwarte jasje op de eerste rij, die querulant die voortdurend probeerde te interrumperen en via lichaamstaal aangaf het met het verloop van de discussie niet eens te zijn, was ik. Noem mij uit die 1400 jaar geschiedenis van de Islam één positief ding, een fatsoenlijke maatschappij, een bijdrage aan mensenrechten en beschaving.’ “

Luid schreeuwend opspringen en fulmineren! Ja, dat was toen al een adequate reactie en toen hadden we toch nog een heel zootje aanslagen te gaan! Jammer dat Broer alleen een link naar het stuk van Kleijwegt in Vrij Nederland geeft en niet eentje naar mijn antwoord: “Margalith Kleijwegt in Vrij Nederland: superieure neerbuigendheid”. En dat is jammer want het is een voortreffelijk stuk, waarin de lezer bovendien kan kennismaken met de high brow schrijfstijl die ik indertijd nog wel eens hanteerde.

Broer:

“Als de pro-Palestina-beweging altijd eenzijdig het negatieve over Israël bericht en vanwege deze demonisering en selectieve verontwaardiging antisemitisch genoemd kan worden, gaat Martien Pennings juist het tegenovergestelde beweren en noemt Joden slim gewetensvol en nuttig. Dat Joden overal veel jaloezie opwekken en dat ze de uitvinders van de wetenschap zijn. Hij legt ook uit waarom dat zo is. ‘Zo komt het dus, dat de Joden in de geschiedenis nooit een probleem zijn geweest, altijd een oplossing. Een denkend volk met een geweten, dat nooit agressie pleegt als je ze met rust laat’. Hiermee schept Pennings aan het begin van het boek al een probleem. Antisemitisme is erg, maar overdreven filosemitisme, de andere kant van de medaille, wekt ook wantrouwen. Pennings vervolgt: ‘De Joden op de vlucht voor het absolute kwaad, kwamen het relatieve goede brengen met instemming van het geweten van de wereld, de Volkerenbond. En werden opnieuw geconfronteerd met datzelfde absolute kwaad. In die strijd zijn ze overeind gebleven en die strijd voeren ze nog steeds.’ “ [mijn vet]

Begrijp ik dat goed? Antisemitisme is erg maar filosemitisme is bijna net zo erg? Als Broer dat niet bedoelt, moet hij het ook niet zo neerzetten als in de hierboven vetgemaakte zin. In welk opzicht is trouwens mijn “filosemitisme” overdreven? Welke feitelijk foute bewering doe ik in het bovenstaande? Ik spreek van “het relatieve goede” van het Jodendom ten opzichte van de nazistische islam. Een lezer die geïnteresseerd is in wat ik ten diepste vind van het Jodendom, moet mijn essay lezen  “Joods-Christelijk-Verlichte traditie en islam”. Daarin staat dat de Joden aan het oerbegin staan van het bevragen van “God”, van het zelfs ruzie maken met “God”, waarna de mens in de gaten krijgt dat hij met zichzelf aan het lullen is, waarna gewetensvorming volgt en redelijkheid, wat dan weer leidt tot wetenschap. Bij Allah heb je alleen te luisteren naar zijn haatdragende en andersdenkenden uitsluitende moordopdrachten. Maar dat zal Broer wel weer allemaal veel te weinig “geproblematiseerd” vinden.

Broer: “Hij onderzoekt wel andere meningen, zoals die van Chris van der Heijden (Israël een onherstelbare vergissing, 2008) en Ari Shavit (Mijn beloofde land 2017), maar trekt vervolgens alles uit de kast om die andere schrijvers te beledigen en zwart te maken.”

Beledigen en zwart maken? Ja ik stel vast, op grond van uitputtende analyse, dat Shavit een getraumatiseerde Jood is met een Stockholmsyndroom die op een hele hoge morele kruk gaat staan maar in feite landverraad pleegt en dat van der Heijden, nou ja, eh . . . . . een Israël-irrationalist is.

Ook het legaliserende kader waarin Israël door een daad van zelfbevestiging tot staatsvorming kon komen, San Remo, zag Broer graag “geproblematiseerd”. Maar als ik nou íéts op de pagina’s van mijn boek tot in den treure en tot in alle internationaalrechtelijke details heb uitgelegd dan is het wel San Remo.

Broer slaat dan zelf aan het “problematiseren” en dat bestaat er dan in mij te verwijten dat ik het Sykes-Picotverdrag vn 1916 niet heb vermeld. Broers bedoeling is om — zoals het narratief van de Palmaffia-lovers graag wil — het ontstaan van Israël in de neo-koloniale sfeer te trekken en aldus Israël als product van het imperialisme van het westen neer te zetten. Hij maakt van dat Sykes-Picot-verdrag een enorm nummer:

“Na de Eerste Wereldoorlog, die door Duitsland en het Ottomaanse Rijk verloren werd, trokken de overwinnaars, Groot-Brittannië en Frankrijk een paar rechte lijnen over de landkaart en creëerde op die manier invloedssferen en later staten, zoals Irak, Syrië, Libanon, Jordanië en Egypte. In dat kader ontstond ook de belofte aan zionistische organisaties, een Joodse staat op te richten of toe te staan.”

Precies. Eerst was het gebied de invloedsfeer van de Turken en vervolgens van het westen. God ja: de wereldgeschiedenis en zijn Grote Feiten. Je kunt er bezwaar tegen hebben maar ze zijn er. Vervolgens werd door dat westen niet alleen Israël mogelijk gemaakt, maar ook Arabische staten werden door hen gecreëerd.

Broer:  “In de Volkerenbond van destijds zaten echter alleen de Westerse mogendheden, terwijl de nieuwe Arabische staten pas later tot de internationale gemeenschap toetraden. In de Verenigde Naties , door Pennings consequent als “Verenigde Nazis” aangeduid, hebben wel alle derde wereld landen en jonge Arabische staten zitting. Dat is ook de oorzaak voor de hetze tegen Israël in die Verenigde Naties. Een merendeel van de landen in de VN worden namelijk dictatoriaal geregeerd en voelen zich solidair met de andere voormalig gekoloniseerde landen.”

Ja, het westen had de macht. Jammer hè? Zou het beter zijn geweest als islamitische Arabieren het onderling zouden hebben uitgevochten en het westen gewoon alle strategische belangen, bijvoorbeeld het Suezkanaal, aan de “Grote Beschaving van het Geloof van de Vrede” had overgelaten?  En ik noem de VN consequent zo omdat die romantische “jonge Arabische staten” verenigd in de OIC samen met de al wat oudere Arabische staten die derde wereldlanden omkopen om samen constant moties aan te nemen tegen Israël. En dat komt, impliceert Broer, niet door het islamitisch antisemitisme dat de Arabische landen overal al omkopend exporteren naar die derde wereldlanden maar omdat ze “dictatoriaal geregeerd” worden en dat komt volgens Broer weer door het kolonialisme. Ik zei het al: toch altijd ergens een links krakertje gebleven, die Keesje.

Heb ik al gezegd dat Broer van dat Sykes-Pycot-Verdrag een enorm nummer maakt? Vast wel.

 “Sykes-Picot leidde tot weerzin van de Arabische tegen de Westerse wereld. De lijnen die deze onderhandelaars destijds, meer dan honderd jaar geleden, over de landkaart hebben getrokken zijn in grote mate nog steeds bepalend voor de landsgrenzen in het gebied. Tegelijkertijd heeft het trekken van landsgrenzen door het zand ertoe geleid dat er regionale conflicten, tussen Koerden en Turken, tussen sjiieten en soennieten, zijn opgetreden. Ook het conflict tussen Israël en omringende staten is uiteindelijk veroorzaakt door de linialen van Sykes en Picot.”

De lineaal van Sykes en Picot is dus eigenlijk de oorzaak geweest van alle problemen in het Midden-Oosten, inclusief, begrijp ik, “het conflict tussen Israël en omringende staten”. Allemachtig! Die lineaal is een toverstok geweest met kosmische ontketeningskrachten! Dus ik dacht: dan zal grootmeester Bernard Lewis in zijn “The Middle East: a brief history of the last 2000 years” (1995) wel een prominente plek inruimen voor Sykes & Picot. Maar ik vond de namen niet eens in de index. Wel in de index van Efraim Karsh, “Islamic Imperialism: A History” (2007). Ik geef hieronder een screenshot van de bovenste helft van pagina 193:

Dan begint Broer nóg maar eens te zeuren over “San Remo”:

“Ook in de discussie over de Westelijke Jordaanoever ontbreken de tegenwerpingen en discussies. Eén van de tegenwerpingen die gemaakt zou kunnen worden is, dat als het staatsrechtelijk allemaal zo goed geregeld is, waarom dan de inwoners van de Westelijke Jordaanoever een andere status hebben. Het staatsburgerschap wordt hen onthouden.”

Nee, problematiseerdertje van me, het staatsburgerschap wordt ze niet door Israël onthouden, maar door Arafat en zijn opvolgers. Doordat Arafat uiterst bewust vanaf het begin de Oslo-Akkoorden heeft gesaboteerd. Doordat Abbas daarmee is verder gegaan. Doordat alle opeenvolgende steeds genereuzer wordende vredesvoorstellen van Israël constant werden geweigerd door Abbas. Daarom heeft Caroline Glick — die als jonge kapitein bij de Oslo-onderhandelingen zat en ervoer hoe de Palmaffia van Arafat geen seconde integer onderhandelde —  haar “The Israeli Solution” geschreven: annexeren die handel! Helemaal onder Israëlische wetgeving brengen, met de goedwillende Palestijnse Arabieren een verbond sluiten en een einde maken aan de gijzeling door deze Palmaffia’s van hun eigen bevolking die ze via hun media en onderwijs voortdurend marineren in de Jodenhaat.

Broer:

“Hoofdstuk 2: Hersenspoeling door de media, anti-Israël en pro-Palmaffia.
In de titel wordt alweer de vraagstelling en de conclusie vastgelegd. Je hoeft het hoofdstuk nauwelijks nog te lezen om te weten wat er in staat. Waarom zijn de media en publieke opinie in Nederland, vergeleken met 1970, kritischer over Israël? Antwoord: ‘hersenspoeling’. Waarom is Martien Pennings dan niet meegehersenspoeld? Dan zal dan wel komen door de in de inleiding gememoreerde “hele hoge intelligentie” van de heer Pennings.”

Omdat mijn boek ook on-line staat, kon ik zoeken in de tekst op het begrip “intelligentie” en dat vond ik twee keer, maar in geen van beide gevallen sloeg het op mezelf. En ik ben trouwens gelukkig niet het enige superieure intellect dat ongehersenpoeld is gebleven

Er is een passage in de “recensie” van Broer die me aanvankelijk raadselachtig voorkwam. Ik citeer:

“In hoofdstuk elf, ‘Zionisme-kritiek als Stockholm syndroom’, schrijft Pennings, dat hij heel het jaar 2014 heeft besteed aan het weerleggen van het boek “Mijn Beloofde Land” van Ari Shavit. In totaal 17 essays schreef Martien over dit boek en hij schrijft dat hij dat deed ‘ter verdediging van Israël’. De vraag die je dan als objectief schrijver moet stellen: Moet Israël verdedigd worden? Israël is intussen een sterke militaire macht in het Midden-Oosten, die sinds 1948 alle oorlogen, soms op het nippertje, gewonnen heeft. De economie van Israël is gegroeid. Het is niet meer de agrarische staat met kibboetsen van de beginjaren. Israël sluit steeds vaker vredes- en handelsakkoorden met Arabische landen. Mocht je dan toch nog, door alle haat en propaganda, tot de conclusie komen: ‘Ja, Israël moet beschermd en verdedigd worden’, dan kan je nog afvragen: ‘Moet ik Israël beschermen?’. Mocht de hardnekkige doorzetter nog steeds zeggen: ‘Ja, iemand moet het doen’, dan kan je nog overwegen hoe Israël het beste verdedigd kan worden. Martien Pennings doet dat door dit boek te schrijven en het de titel ‘Israël bestaat’ mee te geven.” [mijn vet]

Ik kwam op de voor-de-hand-liggende verklaring voor deze bevreemdende tekst pas door die kinderlijke kwalificatie “als objectief schrijver”. Deze hele ontboezeming komt natuurlijk voort uit mijn verwijt aan Broer dat hij Israël niet verdedigde in zijn“Vijftig Jaar Palestina Komitee”. Want Broer is “objectief” en een echte geleerde die “problematiseert” en zo iemand gaat niet zomaar een pro-Israël-standpunt innemen.

Broer over de 17 essays die ik wijdde aan de 17 hoofdstukken in het boek van Ari Shavit “Mijn Beloofde Land”.

Broer citeert mij:

“Ik vond het steeds verontrustender, die meanderende redeneringen vol onopgeloste antitheses in die schijnbaar oneindige tekst, vol met enerzijds en anderzijds, goed en slecht, positief en negatief, boordevol sociale, morele en psychologische duo-definities. En nogmaals: Shavit doet geen poging zijn tegenstellingen op te lossen. Nee hij gooit ze gewoon met emmers vol op de pagina en zegt tegen de lezer: ‘Ruim het maar op als je zin hebt.’ ”

En concludeert dan:

“Deze paragraaf kenmerkt de houding van Martien Pennings zelf over het conflict. Hij wil zekerheden en standpunten. Pennings kan niet tegen “enerzijds-anderzijds”.

Nee vriend: want behalve op dat strooien met interesssanterig geproblematiseerde  tegenstellingen door Shavit, wijs ik er ook op dat Shavit wel degelijk één grote conclusies bereikt, namelijk “het Zionisme is slecht” en dat hij dat doet op grond van valse bewijsvoering, met name inzake “Lydda”.

Over mijn uitgebreide analyse in mijn boek van  Chris van der Heijden, “Israël, een onherstelbare vergissing” (2008) zegt Broer:

“( . . .) door de hele Arabische lente en de daaropvolgende desastreuze gebeurtenissen in Egypte en Tunesië, gevolgd door de moordpartijen in Syrië en de aanslagen in Europa, kan toch niemand meer met droge ogen beweren, dat Israël de wereld in brand zet, zoals Chris van der Heijden heeft beweerd. Het boek heeft zich dus al zelf in de afgelopen dertien jaar buitenspel gezet en is achterhaald.”

Zoals ik in mijn boek zeg: ik had ook een boek over Israël van Anja Meulenbelt, Dries van Agt, Stan van Houcke, Meindert Dijkstra of Derk Walters kunnen analyseren, want die zijn allemaal net zo “achterhaald” als Van der Heijden. Maar deze “achterhaalde” geest beheerst nog wel degelijk het mainstream-nieuws ondanks alles wat de islam de laatste tien jaar aan ellende heeft aangericht in de wereld. Israël is nog wel degelijk in de ogen van de heersende links-regressieve wereld de “brandhaard” en de schuld van alles. Bovendien is Israël nog nooit zo bedreigd geweest als nu. Israël zal namelijk geen andere keus hebben dan de nucleaire faciliteiten van Iran te bombarderen en daarmee zullen alle duivels die Israël omsingelen losbreken: Hezbollah in Libanon en Syrië, de sjiieten in Irak. Hamas staat klaar om zijn raketten opnieuw af te vuren en de macht over te nemen in Samaria-Judea. De nederlaag van het westen in Afghanistan wordt door islamisten openlijk beoordeeld als de opmaat voor de vernietiging van Israël.

Ik citeer Broer:
“Bij de eerste dertien hoofdstukken van Martien Pennings ‘prachtboek’ kan je nog als verontschuldiging voor het geschreeuw en gescheld ter berde brengen, dat het om meningen, columns en polemieken gaat. Pennings wil graag de ‘waarheid’ schrijven en laat zich wel eens gaan, als een andere schrijver een andere ‘waarheid’ verkondigt, of dezelfde feiten anders interpreteert. Bij het veertiende hoofdstuk over de nieuwe Amerikaanse president Biden, slaat Martien de plank echter helemaal mis. Het zijn slechts drie bladzijden en het lijkt erop, dat die voor de volledigheid aan het boek zijn toegevoegd. De verkiezing van Joe Biden zou een ramp voor Israël zijn, maar zijn presidentschap is nog niet oud genoeg om daar echte harde feiten over op te kunnen schrijven.

Ach, zou het werkelijk te vroeg zijn voor een oordeel over de buitenlandse politiek van Biden? Lijkt me niet. Na het realistische gezond-verstand-intermezzo van Donald Trump is via Biden en Harris de door wokeness beheerste Democratic Party nu opnieuw aan de macht. Ze zijn aan die macht gekomen via gestolen verkiezingen en via het naar de mond praten van de terreurbeweging BLM en het opvrijen van de islam. Ga maar eens de door mij uitgeschreven campagne-speech van Biden lezen, waarin hij de moslims in Amerika ophemelde.

In het Witte Huis is het inmiddels verboden de term Abraham-akkoorden te gebruiken, de realistische deal die Trump bewerkte tussen Israël en de soennitische Arabieren, die  dermate bang zijn geworden voor het sjiietische Iran — waar sinds Khomeini eveneens  het vermoorden van de Joden prioriteit nummer één is — dat hun jodenhatende moordlust enigszins getemperd is, iets waarvan Donald Trump slim gebruik maakte.

Biden vond dat er een eind moest komen aan die “eeuwige oorlog” in Afghanistan om de woke-beweging en vooral zijn moslim electoraat te accommoderen. Dat was een goede daad in de “eeuwige oorlog” die Biden wél wil voeren, namelijk die tegen zijn eigen land, tegen Amerika en zijn normen en waarden.

Caroline Glick: “De ‘eeuwige oorlog’ die Biden, zijn adviseurs en aanhangers graag agressief voeren tot aan de volledige vernietiging van hun vijand is een oorlog binnen de Verenigde Staten. De ‘vijand’ zijn hun politieke rivalen, die ze neerzetten als ‘racisten’. Ze noemen hun eeuwige oorlog ‘de oorlog tegen racisme’.”

Dat hij die oorlog in Afganistan beëindigde met achterlating van tientallen Amerikaanse staatsburgers, een enorm arsenaal aan de allermodernste wapens en miljarden aan contant geld, tekent het totale cynisme en de incompetentie van deze demente marionet van de links-regressieve krachten die op de achtergrond aan zijn touwtjes trekken. Voor dat Afghanistan-fiasco zou hij voor een krijgsraad moeten en als hij niet zo dement zou zijn, had daarop van mij een vuurpeloton mogen volgen.

Ik citeer Broer:

“De verkiezing van Joe Biden [beweert Pennings] zou een ramp voor Israël zijn, maar zijn presidentschap is nog niet oud genoeg om daar echte harde feiten over op te kunnen schrijven. Martien Pennings citeert daarom de conservatieve journaliste Melanie Phillips en die komt niet verder dan de twintigste verjaardag van de Durban-conferentie tegen racisme, rassen-discriminatie, vreemdelingenhaat en aanverwante onverdraagzaamheden (2001). Zowel Martien Pennings als Melanie Phillips laten echter onvermeld, dat de Verenigde Staten deze twintigste verjaardag van de conferentie boycot.”

Nog te vroeg voor een oordeel over Biden? Zie boven. “Onvermeld laten”? Philips schreef haar stuk op 29 april en pas op 3 mei werd bekend dat Amerika Durban 2 boycotte. Ik ben ervan overtuigd dat zulks niet gebeurde uit overtuiging maar uit overwegingen van imago en public relations. En ik heb inderdaad tijdens de beslommeringen die het drukken van een boek meebrengt niet de tegenwoordigheid van geest gehad om deze uiterst belangrijke update te plegen.

Ik citeer Broer:

“De overige ‘feite’ over de Durban conferentie kloppen ook niet. De slotverklaring van de officiële Durban-conferentie tegen racisme werd in 2001 onder druk van de Verenigde Staten en Israël afgezwakt, zodat er geen antisemitische en anti-Israël-elementen in zaten. De zinnen die in hoofdstuk veertien worden genoemd en waarbij inderdaad Israël de schuld krijgt van alle racisme in de hele wereld, werden in een terzelfder tijd gehouden neven-conferentie opgeschreven.”

Broer heeft blijkbaar een grote behoefte aan mooipraten van het antisemitische haatfestijn dat Durban 1 was: “onder druk van de Verenigde Staten en Israël afgezwakt”. Onder druk dus. En de hele erge zinnen tegen Israël waren niet op de hoofdconferentie, maar op een sideshow? Nou, dan moet we maar eens héél precies gaan uitpluizen hoeveel die zinnen van de hoofdconferentie minder erg waren dan die van de sideshow. Wetenschap! Problematiseren!

Staan blijft dat Durban 1 het begin vormde van twintig jaar groei in het westen van islamofilie, “zwart bewustzijn”, Israëlhaat en haat tegen het westen in het algemeen. Ik heb er afgelopen zaterdag een opstelletje over geschreven.

Het eindoordeel van Broer — “De geïnteresseerde lezer zal de scheldpartijen en beledigende woordspelingen even voor lief moeten nemen” — laat ik maar voor wat het is. Waarom is het toch mijn lot om voortdurend bagger te zeven en de ergste klonten eruit te halen? Sisyphus in de beerput. Koppijn krijg je van het gezwatel der ouwehoeren.

_____________________